511
financieel beheer om uitgaven, welke voor eenig doel noodig zijn, niet
te vinden uit gelden die voor een ander doel zijn toegestaan (vergelijk
ook het beginsel, dat aan art. 27, alinea 1, der Comptabiliteitswet ten
grondslag ligt) en behoort dus, wanneer voor meer en zwaarder arbeid
hooger loon moet worden betaald, het vaste traktement der betrokkenen
te worden verhoogd, doch de vermeerdering van inkomsten niet te wor
den verkregen door middel van eene toepassing van bepalingen, feitelijk
afwijkend van de bedoeling er van.
De Gouverneur-Generaal vond in der Kamer opmerkingen, welke onder
de aandacht van den Landvoogd werden gebracht, aanleiding om bij mis
sive van den lsten gouvernements-secretaris den commandant van het leger
te doen uitnoodigen om nopens eene verhooging van de vaste inkomsten
van het brigade-personeel tegen vermindering der aanspraken op daggel
den van zijn gevoelen te doen blijken.
Aan die uitnoodiging gevolg gevende gaf de legercommandant te kennen
dat geen regeling zou zijn te treffen ten opzichte van de inkomsten van
het personeel der triangulatie-brigade, waarbij aan het bezwaar der Ka
mer wordt te gemoet gekomen, omdat eene zoodanige regeling, welke niet
leidt tot vermindering der tegenwoordige inkomsten van bedoeld perso
neel, noch tot vermeerdering van uitgaven voor het land, niet doenlijk
zou zijn.
De Algemeene Rekenkamer, wier advies onderwerpelijk nader werd
gevraagd, merkte echter op dat het door den generaal geopperd bezwaar
juist het irrationeele van de tegenwoordige regeling doet uitkomen. Im
mers het bedrag der hierbedoelde inkomsten is, zooals ook de legercom
mandant aanteekende, op het oogenblik van velerlei omstandigheden
afhankelijk.
Mochten de bij 16 van het militair tarief no. 46b toegekende dag
gelden geheel of grootendeels aangewend worden om de reiskosten te
bestrijden, dat is in het geval dat de betrokken persoon een groot deel
van den tijd buiten de standplaats zijne werkzaamheden moet verrichten,
dan zijn de inkomsten veel minder groot dan wanneer de standplaats
weinig of niet behoeft te worden verlaten.
"Wanneer nu de bijzondere uitgaven voor reis- en verblijfkosten worden
vergoed en voor meerderen en zwaarderen arbeid de vaste inkomsten
worden verhoogd, zal, naar het inzien der Kamer, niet alleen worden te
gemoet gekomen aan de eischen van een goed financieel beheer, maar
ook eene meer billijke dan de thans bestaande regeling worden verkre
gen. En waarom de voorgestane regeling, welke voor alle andere takken
van dienst bij het leger wordt gevolgd, voor de triangulatie-brigade geen
toepassing zou kunnen vinden, is der Kamer niet duidelijk.
Dat hierdoor de een wat minder en de ander wat meer zou krijgen