518 De legercommandant maakte intusschen de opmerking, dat het uit den aard der zaak voor het land altijd voordeeliger zou zijn een hoofdofficier op non-activiteit tegen vergoeding van daggelden werkzaamheden op te dragen dan hem, met overschrijding der formatie, in actieven dienst te herstellen en voegde daaraan toe dat, indien men voortaan in dezen geest wilde handelen, het aanbeveling zou verdienen art. 5 van het Koninklijk besluit in Staatsblad 1882 no. 113, zooals het luidt blij kens Staatsblad 1884 no. 99, ten opzichte van hoofdofficieren te wijzigen. Bij de aangehaalde missive van den 1 sten gouvernements-secretaris werd den legerbevelhebber naar aanleiding daarvan medegedeeld, dat het den Gouverneur-Generaal niet duidelijk was waarom eene dergelijke wijzi ging noodig of zelfs wenschelijk zou zijn; dat het artikel, zooals het thans is geredigeerd, naar het oordeel van den landvoogd reeds aan alle eischen voldoet, daar het vrijheid laat naar omstandigheden te beslissen, indien slechts de voorwaarden, waaraan de toepassing der bepaling is gebonden, in acht genomen worden, en een dezer voorwaarden is, dat 's lands belang in algemeenen zin het her stel in activiteit moet vorderen dat hierin opgesloten ligt dat ook het financieel belang van den lande voor oogen moet worden gehouden en dat dus, wanneer dit belang in een gegeven geval overheerschend is, de toepassing achterwege moet blijven, terwijl aan den anderen kant het artikel de gelegenheid openlaat om ook met andere landsbelangen, dan uitsluitend die van geldelijken aard, rekening te houden dat een algemeene regel omtrent de toepassing der bepaling, naar he- inzien van den Landvoogd, niet is te stellen, moetende de omstandighet den de beslissing in elk geval afzonderlijk beheerschen en dat Zijne Excellentie niet de overtuiging had gekregen dat in het geval van de heide hoofdofficieren, waarvan onderwerpelijk de rede is, de omstandig heden van dien aard waren dat het belang van den lande vorderde hen in activiteit te herstellen. Ter juiste beoordeeling v an verdere voorstellen tot herstel in activiteit boven de formatie van non-actieve officieren wenschte de Gouverneur- Generaal derhalve voortaan bij elke gelegenheid steeds duidelijk aange toond te zien dat en welk landsbelang het herstel in actieven dienst vordert en dat bij de overweging van het voorstel het financieele belang van het land niet uit het oog was verloren; zijnde de legercomman dant uitgenoodigd in voorkomende gevallen met dit verlangen rekening te houden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 534