555
Onze jachtcommando's zijn nog een embryo. Zij kunnen onder
goede leiding en oefening en door hun werkelijke jachttochten
ook in oorlogstijd krachtige organen worden in de hand van den
bevelhebber. De Zuid-Afrikaansche oorlog heeft getoond, hoe
kleine afdeelingen, onder kundige leiding en uit bekwame, gehar
de schutters bestaande, met bereden verkenners de tegenpartij
zeer onaangenaam konden zijn, en haar herhaalde malen zware
verliezen toebrachten. De geheele strategie en tactiek door majoor
Burton ontvouwen is een leerschool voor den oorlog.
Dat erkende ook de Russische regeering, toen zij 21 Oct. 1886-
de jachtcommando's oprichtte, overtuigd, dat de groote jacht
een krachtig middel was om goede speurders te vormen. De
oorlog eischt van een patrouilleganger niet alleen verkennen
en oriënteeren, maar ook een onversaagd-beslist, scherpzinnig
optreden als van een jager. En waar niets te jagen valt moeten tur
nen, zeilen, roeien en zwemmen beoefend wordenniet alleen bij
dag, maar ook bij nacht en ontijde zijn de commando's in de
weer. De organisatie, eerst gebrekkig, werd geleidelijk verbeterd
en toen uit de Russische manoeuvres en keizermanoeuvres bleek,,
dat het optreden van de jachtcommando's en de bereikte gevol
gen vaak alle verwachtingen overtroffen, aarzelde het Duitsche
legerbestuur niet in 1900 de „patrouillecommando's" in te voeren,
later ten rechte ook jachtcommando's genoemd. In Rusland wor
den 4, in Duitschland 8 man per compagnie daartoe opgeleid, zoodat
per regiment commando's worden gevormd van onderscheidenlijk
64 en 32 man onder 1 a 2 bijzonder daartoe uitgekozen officieren
en een paar man kader. Zij worden gebruikt voor de moeilijkste
en gevaarlijkste patrouille-opdrachten, in het overwinnen van
de grootste hindernissen, in het doortrekken van zwaar geacciden
teerde terreinen en in het benutten van de plaatselijke hulpmid
delen van vervoer, als sneeuwschoenen, schaatsen, rijwielen, paar
den, zeil- en roeibooten enz.
Het behoeft geen betoog, hoe dergelijke geoefende commando's
van veelzijdig nut kunnen zijn, vooral bij kleine troepenverban-
den en in streken waar geen groote eenheden optreden, zooals
tegen verbindingslijnen en in den kleinen oorlog. Dat hebben
onze brigades maréchaussée bewezen.
Het verschil tusschen deze en de Eur. jachtcommando's-