42 Kruger in, dat het wenschelijk was de bewapening te verbete ren, waartoe in den loop van 1894 werd overgegaan. Besloten werd tot het bouwen van een fort om Johannes burg te beheerschen en een om Pretoria te verdedigen. De artillerie, bestaande uit een achttiental zeer ongelijksoortige verouderde stukken, bediend door een honderd manschappen, zou uitgebreid worden, waartoe onderhandelingen werden geopend met Krupp, Creusot en anderen om veld- en vestinggeschut te leveren; een aantal Europeesche instructeurs, vnl. uit Duitschland, werd aangeworven. De volgende jaren besteedde het Gouvernement te Pretoria om de bewapening nog meer te verbeteren, waartoe groote be dragen werden aangewend. Bij het uitbreken van den oorlog moeten er tusschen de 60000 en 80000 geweren in het land zijn geweest; de gemiddelde voor raad munitie te Bloemfontein opgelegd beliep tot 4 millioen pa tronen, welke hoeveelheid van Mei tot October 1899 aanzienlijk vermeerderd werd. Wat betreft de artillerie, werden er een 50 nieuwe vuurmon den aangeschaft, echter niet volgens een bepaald plan naar het schijnt. Het spreekt wel ten gunste van de energie en geschiktheid der staatsartillerie en hun helpers, dat de Boeren twee geheel nieuwe typen van veldgeschut hebben ingevoerd, nl. den zwaren, verdragenden vuurmond (Long Tom) en den klein kaliber automa- tischen snelvuurmond (Pom-pom). Het mag echter betwijfeld wor den of de uitwerking dezer wapenen voorzien werd door hen die ze aanschaften. Tegenover de overmacht der Engelsche artillerie stelde men elk stuk dat een projectiel kon afvuren in dienst der veldartillerie. Het Transvaalsche gouvernement komt ech ter den lof toe begrepen te hebben wat het gebruik, van de nieuwste vuurmonden beteekende, en de aan den dag gelegde voortvarendheid in dit opzicht steekt sterk af bij de conserva tieve houding van het Engelsche D.v.O. tegenover alle nieuwe uitvindingen. Groote hoeveelheden munitie voor deze vuurmonden werden aangeschaft en tijdens den oorlog nieuwe voorraad vervaardigd door de heeren Grunberg en Leon, te Johannesburg. Beide inge-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 58