579 ik zou bovendien nog willen weten, of die „Wenken, enz." ook niet voor later dienstig zouden zijn. En waren ze dit niet reeds veel vroeger? Eigenaardig is het na te gaan, aan welke oorzaken of feiten het bewuste boekje en schrijvers opstel hun ontstaan te danken hebben. Het werkje van den toenmaligen kapitein van der Maaten be staat reeds lang en is de vrucht van studie, nadenken, ervaring en zucht tot reglementeering. Wellicht heeft het zooeven genoemde ook den schrijver er toe gebracht zijn opstel in de wereld te zenden, maar dan zeker, zooals schrijver zelf beweert, na het lezen van het boekje van den kapitein van der Maaten en met het doel die „Wenken, enz." pasklaar te maken voor infanterie. Een voorschrift te geven omtrent de vechtwijze tegen eiken inl. vijand zou ondoenlijk zijn," betoogt schrijver. Zeer zeker, maar ik zou de persoon wel willen leeren kennen, die er ooit over gedacht heeft zoo'n werk te leveren. Het is, dunkt mij, niet alleen ondoenlijk, maar ook onvruchtbaar en overbodig. Nie mand behoeft zijn hoofd te breken over de veelomvattende op leiding van den soldaat in al die vechtwijzen. Dat men nu reeds bij een leger van vrijwilligers 2 dagen per week te kort komt voor de oefeningen, is voor mij een bewijs te meer dat de opleiding niet deugt. Laten we dat maar eerlijk bekennen. Het is meer dan tijd. En als ieder de hand in eigen boezem stak, zou ook elkeen tot dat besluit komen. En als men eene zaak of het algemeen belang dient, dan behoeft niemand te vreezen, dat zijn eer of goede naam wordt benadeeld. Geheimzinnigheid, zelfs wanneer fouten te berispen zijn, werkt nadeelig. Fouten worden overal en altijd gemaakt en het zou verkeerd zijn als niet, met terzijdestelling van persoon lijke gevoelens en stokpaardjes, op de psyche der zaak of fout werd gewezen. Daarom ook kan ik het met schrijver niet eens zijn, dat men bij het begin eener espeditie niet mag veroordeelen en dat men in latere periodes (alleen) op de hoogte dient te zijn, terwijl ik met klem moet opkomen tegen de bewering, dat de vechtwijze van thans toen niet toe te passen zou zijn. Waarom de vecht-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 595