590 schonken, hetgeen te verwonderen is, omdat bij een frontmarsch het doel dat bereikt moet worden toch veel gewichtiger is. Bij een terugmarsch immers, is het doel of reeds bereikt of het is niet te bereiken. Edoch ik zou willen vragen: zijn wij zoo gewoon teruggeslagen te worden Dan immers zou het eenigszins te billijken zijn, dat men aan een terugmarsch meer aandacht schonk dan aan een frontmarsch. Ongeveer dezelfde bezwaren heb ik tegen schrijvers voorschrift betreffende den marsch door een ravijn of kloof. Het blijft daarbij steeds probeeren en het toegeven aan een minder prijzenswaardige gewoonte, bijna een ieder aangeboren- Men praat den maatregel goed, door te zeggen„och er zit toch niets." Men verliest dan uit het oog, dat men een koopje krijgt als er toel wat zit. want de vijand heeft dan alle voordeelen aan zijne zijde, terwijl wij verliezen lijden, terug moeten, tijd verlie zen en ten slotte toch er toe moeten overgaan, om ten koste van meer moeite andere, betere, veiligheidsmaatregelen te nemen. Het uitzenden van een voortroep tot op 500 M. is niet vol doende en kan bovendien noodlottig worden. Dus ook bij het doortrekken van een ravijn of kloof in de lengte, moet men, als er een vijand is of kan zijn, een breed front aannemen ondanks de groote moeilijkheden daaraan verbonden. L. Veiligheidsdienst in bivouaks. O, dat gekleed slapen. Veel is er tegendoch weinig voor te zeggen! Welk succes hebben de troepen gehad, die dat hebben toegepast? Zoodra de vijand weet, dat men uitrukt als het bivouak bescho ten wordt, is de duur zijner nachtelijke beschietingen zeer kort. Succes is daarom van gekleed slapen alleen te verwachten bij het begin van ons optreden, dus als de vijand nog niet weet dat de compeunie actiefis. Later zijn nachtelijke beschietingen slechts „Spielereien". Ik geef toe, dat die beschietingen onaan genaam zijn en ons gewonden kunnen bezorgen, doch daartegen helpt geen gekleed slapen. Andere en meer afdoende maatregelen heeft men daartegen, nl. kleine, doch veelvuldig toegepaste nachtelijke patrouilles en hinderlagen. Daar de eerste schoten de gevaarlijkste zijn, omdat de vijand de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 606