602 schrift ook wel eens gelegenheid gehad hebben eene soortgelij ke verzuchting te slaken. Wil men van Hoogerhand waken tegen taaibederving, dan moet men minder den strijd aanbinden tegen het gebruik van woorden, die al sedert lang burgerrecht verkregen hebben, maar meer, en dat wel in de eerste plaats, tegen vreemde indringers, die van de omwenteling op technisch-militair gebied gebruik maken zich in onze taal te nestelen. Zoolang zulke termen nog niet algemeen in gebruik zijn, kan men gewoonlijk met goed gevolg daartegen waken, maar laat men die gunstige gelegen heid voorbijgaan, en wacht men met den strijd tot zij algemeen eigendom geworden zijn, dan is deze meestal zoo goed als ho peloos. Had men zich bv. indertijd er aan gewend de repeteer geweren snelgeioeren te noemen, dan zouden we thans daarvoor een goed woord gehad hebben, dat ons in geen enkel opzicht vreemder in de ooren zou klinken dan bv. het woord sneltrein. Maar nu het woordrepeteergeweer eenmaal burgerrecht verkre gen heeft, is het vrij wel onmogelijk een ander daarvoor alge meen ingang te doen vinden; men heeft de gelegenheid laten voorbijgaan, toen er nog tijd voor was, en nu helpt er geen geweeklaag meer aan. Daarom is zuiverheid van taal in de verschillende voorschriften van overwegend belang. Zoodra er zoo'n vreemde kaper op de kust verschijnt, die zich een plaats tracht te veroveren, welke zeer goed door een bruikbaar Ne- derlandsch woord kan worden ingenomen, dan moet onmiddel lijk een strijd op leven 'en dood worden aangebonden, en in verre de meeste gevallen zal dan het laatste de overwinning behalen. Woorden hebben evengoed bezitrecht als personen en ze laten zich dit allesbehalve gemakkelijk ontnemen. Ik hoop in het voorgaande iets te hebben kunnen bijdragen, tot een matig en gepast gebruik van bastaardwoorden. Worden dan tevens zulke verfoeielijke woorden, als middelsopzichtens erachtens, onderhebbendeen dergelijke voor eeuwig in den ban gedaan, dan zal wellicht nog eenmaal de dag aanbreken, waar op we met van Lennep kunnen zeggen „Geen Engelsch, Duitsch of Fransch, „Geen Russisch of Japansch, „Verwint in zwier of praal, „De Nederlandsche taal."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 618