63 verliezen had geledenaan onze zijde werd alleen de adelborst le klasse Hobbes licht gewond, door een geweerschot in de lin kerhand. De redoute werd bezet door het peloton van den 2en luit. Yerstege, terwijl een gewapende stoombarkas onder den luit. ter zee 2e kl. Luyten hem voor den komenden nacht gezel schap hield. Tot 5 uur 's middags werd hier gerust en onderwijl de ver sperring, die uit lange aan elkaar gebonden bamboes bestond, op geruimd; daarna werd de gelande troep weder ingescheept en de tocht voortgezet tot Seroewaij, waar men tegen half zeven aan kwam, tot groote vreugde van de inwoners, die reeds langen tijd reikhalzend naar onze komst hadden uitgezien. Bovenstrooms. Den volgenden morgen (16 Febr.) stak men vroeg de rivier over, om op denzelfden oever als den vorigen dag het gevecht voort te zetten, nu bovenstrooms van Seroewaij. Zestig man van de vaste bezetting (Europeanen en inlanders), onder hun commandant van der Schroeff, vormden de voorhoede, op korten afstand gevolgd door het le peloton van de le mob. colonne; hierachter 2 bergstukken en een mortier door bediening en dwang arbeiders gedragen, onder commando van den kap. der art. Giel, en hierna de 3e mob. colonne met ambulance, terwijl de mari niers weer de rechterflank zouden dekken. lm verband hiermede zou de gewapende flotille de rivier opvaren de „Langkat", een stoomjacht ter beschikking van den controleur van Seroewaij, sloot zich hierbij aan, met dekking aan boord van 15 man onder den 2en luit. van Deutekom. Ook hier waren de verschillende stellingen des vijands langs den linkeroever aangelegd en aan de landzijde open (plaat IY). No. 1 en 2 waren niet bezet, doch de volgende des te beter. In de meeste stellingen waren lilla's opgesteld, die afgevuurd werden zoodra de flotille bij het omkomen van een bocht zicht baar werd het geschut van de sloepen beantwoordde dit vuur zoo krachtig mogelijk. Stelling No. 3, vóór de mesigit aangelegd, hield het lang vol, doch moest toch voor de overmacht zwichten hier liet de vijand één gesneuvelde in onze handen. In No. 8 kwam de artillerie in stelling en opende haar vuur op de redoute No. 9, die ongeveer 600 M. verder lag, en op Loeboe Batil, waarheen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 79