2
24 Mei 1897 benoemd werd tot ridder 4e klasse in de Militaire
Willemsorde.
Op hoe hoogen prijs Weustmann's verdiensten te velde wer
den gesteld blijkt mede uit het feit, dat H. M. de Koningen hem
bij Besluit van 11 Mei 1898 begiftigde met de Eeresabel.
In Januari 1898 bevorderd tot majoor en in November 1900
tot luitenant-kolonel, werd hij in September 1902 voor het, door
het uitbreken van onlusten in het Boven Doesoen-gebied, zoo
moeilijke en gewichtige gewestelijk militair commando der Z.
en O. Afdeeling van Borneo geroepen.
Aan de hooge verwachtingen toen van hem gekoesterd heeft
Weustmann voldaan zooveel in zijn vermogen was. Dat bij zijn
vertrek uit dat gewest de zaken nog niet dien keer genomen had
den, dien men gehoopt had, was allerminst aan hem te wijten.
Zijn beste, zijn laatste krachten heeft hij gewijd aan de ver
vulling van zijn taak. Zwaar ziek moest hij eindelijk zijn post
verlaten en werd hij in afwachting van zijn verlof naar Europa
geëvacueerd naar Lawang. Hier knapte de zieke in zooverre op,
dat hij de reis naar Europa kon aanvaarden; hij zou haar echter
niet volbrengen. Den 11 en April te Batavia aangekomen was
zijn toestand van dien aard, dat onmiddellijke opname in het
Mil. hospitaal noodzakelijk geacht werd, in welke inrichting hij
in den morgen van den 17en April overleed.
Met Weustmann heeft een der beste leden van het Indisch offi
cierskorps ons verlaten. Zijn taak is afgedaan, hij ruste in vrede.
Zijn nagedachtenis zal ons in eere blijven.