OVER UNIFORMEN EN OE KLEUR DER VELDTENUE. 1)
„Is de kracht van het traagheidsvermogen, of laat ons liever
„zeggen van den conservatieven geest bij de gewone doorsneê-
„menschen reeds zeer groot, zij neemt een reuzengestalte aan bij
„het leger, waar het betreft het vraagstuk van de tenue." Aldus
de majoor von Brüchhausen in een desbetreffend artikel in „Die
Woche".
In dit opzicht kan ook ons kleine legertje een hartig woordje
meesprekenmaar gelukkig ligt de schuld niet geheel aan het
Indisch legerbestuur alleen, omdat het in dat opzicht afhan
kelijk was van den druk uit het moederland, van de voorschriften
en bepalingen, die men voor 16 en voor 8 jaar n. b. aan het Indische-
leger gaf, alsof dit een onmondig kind ware. Die men waren hier
menschen, die niet het flauwste begrip hadden van de practische
eischen, die gesteld moeten worden aan een Indische legeruniform.
Had men ooit ondoelmatiger uniform kunnen kiezen voor ons
leger dan die, welke het tegenwoordig nog heeft
Ik heb hier alleen het oog op de blauwe serge of laken uniform
en het hoofddeksel.
Wie heeft ons toch die mooie attila met hare 17 en 18 knoopen
en haar mooi raam van uitmonsteringskoord verschaft, dien zwa-
ren helmhoed met al dat blinkend koperen garnituur Zeker niet
iemand, die practisch genoeg aangelegd is om te begrijpen dat
zoo iets niet geschikt is voor de tropen, en vooral niet voor een
leger, dat voornamelijk dienst doet op het oorlogsveld.
Met al haar geel en rood treswerk, al het geschitter van gepoetst
koperwerk is zij, dunkt mij, beter geschikt voor de dappere
troepen van den Sultan van Djohore of van een of ander klein
Duitsch vorstendommetje „aus der guten alten Zeit" van de Flie-
gende Blatter.
1) Met toestemming van den majoor C. von Brüchhausen heb ik gebruik gemaakt van
eenige gegevens in zijn artikel tdie Farbe der Felduniformen" voorkomende in „Die Woche".