DE VIERING VAN HET 75-JARIG BESTAAN DER KONINK LIJKE MILITAIRE ACADEMIE. Voorzoover de plaatsruimte in dit tijdschrift het toelaat, volgt hier eene korte beschrijving der feestelijkheden op 20 t/m 24 Oct. jl. ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan der K. M. A., feestelijkheden van hooge beteekenis, daar zij de voornaamste in richting tot opleiding voor den officiersrang golden, bijgewoond werden door een groot aantal reünisten 1) en zich kenmerkten door hartelijke deelneming van de geheele burgerij van Breda. Als voorlooper der eigenlijke feestviering mag worden be schouwd het groote perk, dat, omgeven door tropische gewassen, tegenover den ingang van het Valkenberg aan de Catharinastraat een „Hulde aan de K. M. Academie 1828—1903" in bloemenschrift te zien gaf. Eenige dagen vóór de feesten werd de K. M. A. verrast door een order van den Gouverneur, waarbij ZHEG., blijkbaar met groote ingenomenheid, kennis gaf van de ontvangst van het feest geschenk van het officierscorps van het N. I. leger, nl. eene schilderij door prof. van der Waaij, voorstellende den Pretendent- Sultan van Atjeh, die zijne onderwerping den generaal van Heutsz aanbiedt. Deze zeer gewaardeerde feestgave, die de algemeene belangstelling van officieren en cadetten trok, werd gehangen op de uitspanningszaal naast H'oynck van Papendrecht's doek: „Ge neraal van Heutsz met zijn staf gedurende de bestorming van Baté Ilië" en tegenover „De bestorming van Djagaraga" van De bloemetjes moeten nu en dan eens bui ten gezet worden, anders verwelken zij. (Linnaeus, aangehaald in de „Reünisten Courant" No. 1 dd. 21 Oct. 1903). 1) Yolgens de op 9 Oct. 1903 afgesloten «Naamlijst der Reünisten" werd gerikcnd op 642 reünisten, waarvan er 90 niet deel zouden nemen aan het reünie-diner. Dl. I 19 4 1

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 17