YOOE DE PKACTIJK. 24. Schietvoorschrift der Infanterie. Aangezien het schietseizoen eerstdaags aanvangt en er verschillende lezingen bestaan omtrent 24 (lezingen, die bijna lijnrecht tegenover el kaar staan), zon het wellicht door velen dankbaar aanvaard worden indien een deskundige in dit tijdschrift mededeelde, hoe en wat de bedoeling van het voorschrift is, voor wat betreft 24. M. i. geeft deze aan, dat steeds (bij alle oefeningen) moet worden toegezien, dat de lading juist en snel wordt uitgevoerd en dat die lading behalve bij de oefeningen in reglementair voorgeschreven houdingen, door den man mag worden verricht op de voor hem gemakkelijkste manier, mits juist en snel (hij mag bv. bij 't inbrengen van den houder niet op de kogeleinden drukken). Bij de oefeningen in de reglementair voorgeschreven houdingen moet de l tding tevens geheel volgens de S.S. worden uitgevoerd. Ook moeten worden uitgevoerd op de wijze als in de S S. is bepaald, ■de oefeningen op commando en in het snelvuurdoch deze beide oefe ningen moeten bovendien worden aangevangen en gestaakt op de wijze als in de S.S. is bepaald Is de lezing van 24 aldus gerechtvaardigd, dan moeten m.i. bij de gewone individueele schietoefeningen op commando (A6; en in het snel vuur (A6 B4 B9) alle commando's enz. uit de S.S. worden gebezigd, ter wijl hieruit zou volgen, dat bij de overige gewone individueele schietoefe ningen dit niet geëischt mag worden. Een andere lezing van 24 in verband met het slot van 16 geeft aanleiding om te veronderstellen, dat alle gewone individueele schiet oefeningen moeten worden aangevangen, uitgevoerd en gestaakt op de commando's uit de S.S. en dat als het ware stilzwijgend is aangeno men, dat alle gewone individueele schietoefeningen aldus geschiedeu, doch dat het voorschrift er aan heeft willen herinneren, dat ook de oefenin gen op commando en in het snelvuur zoo moeten geschieden. Aangezien het mij (en wellicht anderen met mij) wil voorkomen, dat het voorschrift de laatste lezing niet wenscht, zal de in den aan vang be doelde deskundige zeer zeker een dankbaar werk verrichten door een en ander toe te lichten. R.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 199