WAT LEERT ONS DE ZUID-AFRIKAANSCHE OORLOG?
XI.
Met plaat XI, XII en XIII.
(Vervolg van bis. 56).
De verrichtingen van Engelschen en Boeren in het Z. W. der Oran
je Vrijstaat.
1. Het ontzet van Kimbekley 1).
Toen Lord Roberts te Kaapstad aankwam, besloot hij zijn op-
marsch naar Pretoria over Bloemfontein te doen plaats hebben.
Rekening houdende met de overtuiging der Boeren, dat de En
gelschen zich niet van de spoorbaan los zouden kunnen maken,,
besloot hij daarvan partij te trekken om den vijand te misleiden,
door een schijnbeweging te doen uitvoeren in de richting van
Modderrivierstation en zich met de hoofdmacht naar Bloemfon
tein 2) te begeven dwars door het veld. De Boeren stonden bij
Colesberg en onder Cronjé bij Magersfontein, terwijl Methuen
zich sedert het gevecht van den lOen November niet van Mod
derrivierstation verwijderd had.
Niettegenstaande Bloemfontein zijn hoofddoel was, besloot Ro
berts eerst Kimberley te ontzetten met een cavalerieafdeeling
door infanterie gevolgd, waardoor tevens het terrein op zijn lin
kerflank schoongeveegd en zijn communicatielijn beschermd zou
worden tegen Cronjé, die daardoor bovendien gevaar liep afgesne
den te worden. Tegelijkertijd zou gedemonstreerd worden W.
waarts van Magersfontein. Terwijl maatregelen werden getroffen
voor de samentrekking van een macht bij Randam tot ontzet van
Kimberley, werd Macdonald van Modderrivierkamp uitgezonden
1) With General French and the Cavalry in South-AfricaC. S. Goldmann.
2) Zie ook Plaat VI van jaargang- 1903, Deel I.