822 sen en dat er door den buitengewoon lagen waterstand geen behoorlijke gemeenschap met Moeara Teweh en Bandjermasin bestond—werd een oud-marechaussée-kapitein te Poeroek Tjahoe geplaatst, die thans tevens tot civiel gezaghebber werd benoemd. Het Legerbestuur was waarschijnlijk van meening, dat een optreden, gelijk aan dat der marechaussée in Atjeh, hier ook wel baat zou vinden. Later werden de inlanders van de mobiele colonne van een ma- rechaussée-bewapening voorzien, doch terecht zeiden de beide oud- marechaussée-offlcieren 1): „door de marechaussée-bewapening maakt men van onze Kromo's nog niet op eens marechausseés". Toen ging men langzamerhand volgens een bepaald stelsel te werk, zooals dit telkens onder het tegenwoordige bestuur in Atjeh geschiedt en waar onze marechaussée-kapitein te voren een goede leerschool doorloopen had. lo. Onze vestiging te Poeroek Tjahoe moest actief worden verdedigd door a. het terrein daaromheen voortdurend en op ongeregelde tijden van den dag af te patrouilleeren. Deze patrouille gangen werden eiken dag meer en meer uitgebreid. Het gevolg was, dat men na verloop van eenigen tijd met ze kerheid kon zeggen, dat het aantal .vijanden, dat zich in den zg. vijfhoek (zie plaat VII) Pasah Koenoet Toembang Siroen Toembang Nangoe Tempoetoek ophield, onze troepenbewegingen lastig kon maken en onze vestiging te Poeroek Tjahoe van uit den op korten afstand van het bi- vouak gelegen boschrand op ongeregelde tijden van den dag nooit gedurende den nacht, zooals dit op Atjeh regel is beschoot, steeds verminderde. b. het terrein onmiddellijk om het bivouak, tot op een afstand van 500 M. open te kappen. Geen boom mocht den vijand meer dekking leveren, om op korten afstand het bivouak te beschieten. En werkelijk de vijand, slechts gewoon in de donkere bosschen, 1) Behalve de kapitein was hier nog" een luitenant, die bij het korps marechaussee had gediend. De marechaussée-bewapening had, naar mijne meening, toch het groote voordeel, dat zij onzen Kromo een lichter bewapening bezorgde, die vooral in dit terrein zeer tot haar recht kwam.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 336