382
•de batterij verlaat om de stelling te verkennenzooals later zal
blijken, acht ik het niet wenschelijk dit personeel reeds dan
mede te nemen. Naar mijne meening kan en zal de B. C. over
het volgende personeel beschikken:
le den C. G. T. met diens trompetter;
2e drie geleiders van den G. T.
3e den anderen trompetter.
Het spreekt vanzelf, dat, wanneer bepaalde personen aan de
formatie der batterij worden toegevoegd om als patrouille op te
treden, die personen zullen worden genomen. Thans, nu wij moe
ten roeien met de riemen die wij hebben, meen ik het genoemde
personeel tijdelijk aan de batterij te mogen onttrekken om in het
Jaoognoodige te voorzien.
De B. C. heeft derhalve de beschikking over 1 officier en 5
bereden militairen, waarvan de C. G. T. met diens trompetter en de
andere trompetter steeds den B. C. vergezellen, terwijl de drie
anderen gebruikt moeten worden, hetzij als patrouille bij den op-
marsch naar de stelling, hetzij als stilstaande patrouille op den
meestbedreigden vleugel, dan wel als doelverkenners. De omstan
digheden zullen hierbij, in verband met het terrein, den doorslag
moeten geven. Is beveiliging hoofdzaak, dan worden zij als pa
trouille gebezigd zijn de eigen troepen zoodanig opgesteld, dat de
batterij in flanken en rug tegen verrassingen gevrijwaard kan
worden geacht, dan zullen zij als doelverkenners worden benut.
Blijkens 43 worden bij het zoeken van eene stelling de vol
gende punten overwogen
a. G. T. vereenigd of de afdeelingen gescheiden opstellen?
b. Voorbereidingsstelling innemen?
c. Hoe zal de opmarsch plaats hebben?
cl. Waar zijn vijandelijke artilleriestellingen mogelijk?
e. Is eene afzonderlijke dekking noodzakelijk?
Sub a. Waarschijnlijk wordt hiermede bedoeld, dat de A. C.
bepalen zal of de G. T. der vereenigde batterijen bij elkaar, dan
wel iedere G. T. bij zijne eigen batterij zal komen. Hoe of de
afdeelingen (eerste en tweede) van ééne batterij zullen worden
-geplaatst, is, dunkt mij, eene quaestie die iedere B. C. voor zich
•heeft uit te maken.