komende troffen wij reeds in andere tijdschriften aan. De schrijver ves tigt er in zijn voorbericht zelf de aandacht op, dat hoofdstuk III over de hodograaf handelende een vertaling is van een door hem geschre ven artikel in het weekblad „de Ingenieur". Wat de instrumenten betreft, professor E. Hammer, hoogleeraar in de geodesie aan do Koninklijke technische Hoogeschool te Stuttgart, die een inleidend woord bij het werkje van den heer Ferguson schreef, zegt daar over dat ze beschouwd moeten worden als interpolatie-instrumenten, waar mede een tracé van niet te groote lengte en dat door zijn eindpunten bepaald is, kan worden geïnterpoleerd tussehen die punten. Zijn die pun ten niet gegeven, dan kan alleen eenige controle uit heen- en weermetin- gen worden verkregen, hetgeen echter bij verkenningen, zooals die in Indië moeten geschieden, wel tot de vrome wenschen zal blijven behooren. Met prof. Hammer wordt ingestemd, dat de Ferguson-instrumenten dikwijls zeer goede diensten zullen kunnen bewijzen bij zoogenaamde geographische opnemingen, bij welke opnemingen, of liever verkenningen, het niet op groote nauwkeurigheid aankomt en men zeer dikwijls de beschikking mist over een voldoend deskundig personeel om goede schetsen van een door- loopen landstreek te maken. Wenschen wij hier dan ook in de eerste plaats een woord van hulde te brengen aan de ingenieuse gedachte die aan deze automatische instrumenten ten grondslag ligt, zoo moeten wij er dadelijk aan toevoegen, dat bv. de tot nu toe in den handel gebrachte pedografen, w. o. die welke van Ke- geeringswege ter beproeving naar Indië werden gezonden, wat afwerking der onderdeelen betreft, nog zeer veel te wenschen overlaten. Dit was wel de hoofdreden, waarom de pedograaf bij de hier genomen proeven minder goed voldeed. Vooral de houten doos van den pedograaf bleek niet bestand tegen de vochtige tropische warmte; zij trok spoedig krom en belette daardoor de geregelde werking der onderdeelen van het instrument. Blijkens de noot op blz. 7 van het werkje heeft de uitvinder hierin sedert reeds verbete ring gebracht door vervanging van de houten doos door een van aluminium voor gebruik in de tropen. Ook de overbrengende beweging van het planchet op het kompas- raam, nl. een lederen koord, voldoet in de tropen niet, ten gevolge van den sterk wisselenden hygroscopischen toestand van den dampkring en den invloed daarvan op bedoeld koord. Wanneer het den uitvinder mocht gelukken die overbrenging te doen geschieden met behulp van een getand raadje, op de wijze als bij de kettinglooze rijwielen, zou hij zijn instru ment nog belangrijk kunnen verbeteren. Nog slechts een betere afwer king van de onderdeelen, w.o. ook die van den recorder bij den pedograaf, en met deze instrumenten zal aan een bepaalde behoefte worden voldaan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 421