552
Vóór den aanvang van eene schietoefening gelaste men: „Gren
dels open; ieder man zijn eigen geweer nazien".
Men vermijde het lange stilstaan in de positie, zelfs het lang ge
knield zitten bij het tirailleeren (bij de bataljonsschool is het toch
den compagniescommandant vergund, ook in „massa" komende, op
de plaats te laten rusten; de massa is immers eene colonnelinie?)
Men late, zoo spoedig mogelijk, buiten de kampementen „in het
gelid vrij" marcheeren en vergunne in het algemeen alles, wat den
dienst kan veraangenamen. Daarentegen eische men, vooral bij veld
dienstoefeningen bv. bij het vervolgen van een inlandschen vijand,
waarmede de voeling is verlorendat iedere ondercommandant
met de uiterste inspanning de oefening voortzet tot het signaal
„verzamelen" of het uur, dat voor het staken was opgegeven.
Men wake er steeds voordat al het kader welwillendmet tact
en correct tegen de minderen optreedt.
De officieren doen dit vanzelf. Ten minste
Men werkt niet meer voor inspecties, maar voor den oorlog.
Niét het indienen van smettelooze brieven en periodiek, niét
het onberispelijk in één lijn staan der neuzen van de manschappen,
niét zelfs het volmaakt gericht staan der kribben zal een comman
dant meer redden, indien het blijkt, dat hij niet ingespannen heeft
gearbeid, om zijne ondergeschikten volkomen geschikt, vol ver
trouwen en met opgewekten geest op het oorlogsveld te brengen
Er waait een liberale wind door het leger
Op een bureau ('n willekeurig bureau) werkt een
man ('n willekeurige man) achter stapels algemeene orders, ge
bogen over eene ellenlange nota: „bemerkingen op eene oefening,
door een troepengedeelte gehouden"; geen „bemerkingen" op de
oefening zelf die is natuurlijk van minder belang maar op
den vorm van het verslag.
De liberale wind stormt brutaal maar verfrisschend het duffe
vertrek binnen, zwaait de nota boven het hoofd van den ver
bijsterden man en jaagt ze, met vele andere paperassen, het
raam uit en de straat op, als nuttelooze prullen.