DE ItUSSISCH-JAPAMCHE OORLOG.
Vervolg van blz. 497.)
Sedert het laatstvermelde gevecht aan de Jaloe op 10 April
bepaalden de Japanners er zich aanvankelijk toe materialen
voor den bruggenbouw te verzamelen en hunne troepen te Wit-
sjoe te concentreeren. Ontmoetingen van eenig belang kwamen
niet voor. 24 April berichtte admiraal Alexejeff, dat de Japan
ners een geheel legerkorps (het le, bestaande uit de Garde, 2e
en 12e divisie 1) te Witsjoe geconcentreerd hadden; de toe
bereidselen om de Jaloe te forceeren waren nagenoeg gereed.
Tot voorbereiding van den overgang verdreven detachementen
van de Garde- en 2e divisie den 25en de Russen van de eilanden
in de Jaloe, daarbij gesteund door het vuur van de kanonneer
boot Maya en eenige torpedobooten van het smaldeel onder
schout-bij-nacht Hosoya.
De Garde kreeg 25 gewonden, de Russen lieten vele dooden
op de eilanden achter. Ofschoon vooral de Engelsche berichten
hierover weinig of niets zeggen, schijnen de Japanners reeds
in den nacht van 25 op 26 April te hebben getracht de Jaloe
over te gaan over drie pontonbruggen, waarvan er een iets
boven Witsjoe lag, terwijl de andere meer Noordelijk gelegen
waren. De troepen die bij Witsjoe overgingen stuitten tegen
over het eiland Samalinton bij Syndiakow op een Russische
versterking. Volgens de Japanners werd deze versterking ge
nomen, volgens de Russen werden de Japanners teruggeslagen
en werd de brug vernield. Ook de over de andere bruggen
overgaande troepen werden teruggedreven. De laatste lezing
is de meest waarschijnlijke, in verband met de latere gebeur
tenissen. Den 28en verkenden twee compagnieën van de Garde
Husjan (gelegen op den linkeroever van de Ai-ho, boven de
samenvloeiing met de Jaloe).
1). Op blz 400 staat abasievelijk le divisie.