VOOR DE PRACTIJK.
Het eereteeken voor belangrijke krijgsbedrijven.
Bij Koninklijk besluit yan 19 Februari 1866 werd ingesteld het eere-
teeken voor hen die deelgenomen hebben aan belangrijke krijgsbedrijven.
Artikel 2 van dit besluit luidt: „Dit eereteeken bestaat uit een kruis
van Berlijnsch zilver met vier armen, op welks voorzijde Onze beeltenis
voorkomt enz." Zoude nu niet in plaats van die van wijlen Koning Willem
III de beeltenis van onze Koningin, die toch reeds sedert 31 Augustus 1898
aan het bewind is, dit kruis mogen versieren
Slechts een kleine wijziging in bovengenoemd koninklijk besluit is
daartoe noodig
A. van der Hegge Spies.
Voorstel tot wijziging van artikel 31 van bet huishoudelijk reglement der
officiersvereeniging tot onderlinge ondersteuning van nagelaten betrekkingen.
Had vroeger de correspondent voor Nederland de bevoegdheid om bij
overlijden van een lid in Europa de rechthebbenden op uitkeering zoo
spoedig mogelijk in het genot daarvan te stellen, sedert een paar jaren
werd hem die bevoegdheid ontnomen.
Het Bestuur wenscht strenge handhaving van artikel 31 hierboven be
doeld, ten gevolge waarvan rechthebbenden nu minstens twee maanden op
de uitkeering moeten wachten.
Wel kan per draad vergunning tot uitkeering worden gevraagd en ver
leend, doch ten koste van rechthebbenden, a 25.— zegge vijf en twin
tig gulden.
De gepensionneerde officieren van het Nederlandsch-Indische leger zijn
op enkele uitzonderingen na niet gefortuneerd.
De meesten leven van het eene kwartaal in het andere en in den
regel is de kas na een sterfgeval, door de meerdere uitgaven die eene
ziekte medebrengt, uitgeput.
Was zulks vroeger geen bezwaar, omdat men wist dat na het over
lijden van een lid de uitkeering met den meesten spoed volgde, thans, nu
dit niet meer het geval is, wordt het stervensuur nog verzwaard door de
wetenschap dat het gezin in benarde financieele omstandigheden achterblijft.
De ondersteuning heeft dus niet plaats als zij 't meest noodig is.