- 732
Reeds lang wordt de wenschelijkheid bepleit den compagnies
commandant voor een deel te ontheffen van het administratief be
heer over de compagnie. Wil hij inderdaad het beheer voeren, zij
het met behulp zijner ondergeschikte officieren, dan ontbreekt
hem den tijd zich behoorlijk te wijden aan de tactische vorming
zijner compagnie; want behalve de eigenlijke compagniesadmi
nistratie vraagt het aanhouden enz. van schietregister en straf
hoek, het menagebeheer met al den aankleve van dien, kortom
alles wat meer tot het korps zelve dan tot de comptabiliteit be
hoort, zijne aandacht.
Het geheel vormt een omvangrijke administratie, nog ver
groot door de vele mutatiën, waaraan het Indisch leger onver
mijdelijk onderworpen is.
Dat zijne affectie voor dien ganschen papierwinkel niet groot
is en hij daarom alles zooveel mogelijk aan den sergeant-majoor
overlaat, wij zijn de laatsten hem dit euvel te duiden; de natuur
gaat boven de leer. Maar behalve als administrateur, treedt de
sergeant-majoor ook op als sectiecommandant. Of de geschikt
heid voor deze laatste functie, vooral voor het gevechtsveld van
gewicht, hierdoor zoo bijster groot is, wagen wij niet te beoordee-
len, veel minder bevestigend te beantwoorden.
Het aanhouden van twee stellen boeken en registers voor een
en dezelfde administratie is het gevolg van de administratieve
voogdij van den kwartiermeester over den compagniescomman
dant, want deze is, aldus art. 7 der instructie, rekenplichtig
aan den kwartiermeester voor zijn beheer over gelden, vivres
en fourages.
Uit art. 22 der K.I. volgt, dat, zoodra zijne rekening door den
kwartiermeester is goedgekeurd, hij ontslagen is van de verant
woordelijkheid voor alle daarin later te ontdekken abuizen, ten
zij de kwartiermeester het niet door betere verificatie zijner
zijds had kunnen voorkomen of de C.Ct. daardoor zelf te veel zou
hebben genoten.
Ligt in deze bepalingen geen miskenning van hetgeen de
art. 82 en 85 der C.W. voorschrijven?
Al zou de kwartiermeester door beter toezicht de fouten
van den C.Ctals ordonnateur of als comptabele begaan, heb
ben kunnen voorkomen, dan nog behoort, op grond van de