738
boinees en de Timorees zooveel krijgshaftiger dan de Javaan en de
Soendanees, zoo zal van de soldaten der eerstgenoemde landaarden
ook een aanmerkelijk grooter procent tot de bevoorrechten behoo-
i en, maar toch zal niemand om redenen van afkomst zijn uitgesloten.
Dit zal zeer zeker de gevechtswaarde van het leger op beduiden
de wijze ten goede komen. Bovendien zal deze nog winnen door
dat het aantal bevoorrechten grooter zal kunnen zijn dan thans.
Zoodra toch alle niet-Eur. soldaten dezelfde kansen hebben op
het verkrijgen van een bevoorrechte positie, is voor hen geen on
derscheiding als infanterist le klasse meer noodig, waardoor
geld beschikbaar komt voor uitbreiding van het aantal bevoor
rechten. In nog meerdere mate zal dit echter het geval zijn door
de groote besparing op de verplegingskosten, welke het gevolg
zal zijn van het gelijkstellen van Amboineezen met andere inlan
ders. Zeer terecht wees de heer Tückermann onlangs op de onver
antwoordelijke vrijgevigheid, waarmede indertijd de voeding der
Amboineezen werd geregeld, en het behoeft dan ook geen betoog,
dat er nimmer sprake van zou kunnen zijn om de inlanders der
bevoorrechte klasse als Europeanen te voeden.
Volgens een globale berekening zouden op die wijze, in stede van
de 20% der niet-Europeanen welke thans als Amboinees een bevoor
rechte positie innemen, rond 40% van alle inlanders in de bevoor
rechte klasse kunnen worden opgenomen. Dit aantal kan echter nog
grooter worden, indien wordt bepaald dat alleen de inlanders der
bevoorrechte klasse na 6 jaren dienst recht verkrijgen op verhoog
de soldij. Ik voor mij zou een dergelijke bepaling niet alleen
volkomen verantwoord, maar zelfs zeer gewenscht achten.
De eisch, dat het aantal in de bevoorrechte klasse op te ne
men inlanders onbeperkt moet zijn, zal dan ook vermoedelijk geen
verhooging van het totaal der legeruitgaven met zich brengen.
Dat de bevoorrechting der boven anderen uitmuntende solda
ten van inl. landaard, die we in navolging van den heer S. v.
W. „flankeurs zouden kunnen noemen, hoofdzakelijk zou bestaan
in het toekennen van dezelfde soldij als hunne Eur. kameraden, is
uit het voorafgaande reeds gebleken. Verder zou hun maximum
gagement gelijk moeten zijn aan dat, hetwelk thans aan de Am-
boineezen wordt toegekend, daar het niet billijk zou zijn later
•de beproefde Amb. militairen naar hunne negorijen terug te zen-