742 resultaten der werving, dan zal het overgangstijdperk niet van al te langen duur zijn. Om op rationeele wijze te komen tot den nieuwen toestand zullen op Java enkele veldbataljons ge formeerd moeten worden op de nieuwe basis, om vervolgens één of meer dier bataljons naar het oorlogsterrein te zenden, waarbij de uit Europeanen en Amboineezen samengestelde bataljons het eerst voor aflossing in aanmerking komen. Zijn deze bataljons alle op Java gelegerd, dan zullen daarbij successievelijk de Amb. compagnieën door Eur. vervangen moeten worden, terwijl, zoo noodig, ook zonder bezwaar enkele compagieën uit sectiën Eu ropeanen en Amboineezen kunnen worden samengesteld. Zijn eenmaal alle Amboineezen, die onder de oude voorwaarden die nen, -uit het leger verdwenen en wenscht men geen bataljons bestaande uit 4 Eur. compagnieën (naast bataljons bestaande uit 1 Eur. en 3 inl. compagnieën, welke in de allereerste plaats bestemd zijn om in onze Indische oorlogen te worden gebruikt), dan kunnen ook deze bataljons, door vervanging van twee of drie Eur. compagnieën door inl., worden geformeerd als de overige veldbataljons. Dat zulks bataljonsgewijze kan geschieden, mits slechts zorg wordt gedragen dat niet in één garnizoen Amboi neezen worden bijeengebracht waarvoor de oude en de nieuwe bepalingen gelden, is duidelijk. Hiermede kan ik gevoeglijk van dit onderwerp afstappen, om nog het een en ander op te merken over de wijze van berekening der jaarlijks benoodigde aanvulling. Als basis voor die berekening dient het gemiddelde verlies- procent over een reeks van voorafgaande jaren. Al dadelijk rijst nu de vraag, hoe de jaarlijksche verliesprocenten, waarvan het gemiddelde genomen wordt, berekend worden. Op 1 Jan. 1885 was bv. de legersterkte aan inlanders 15052 en in dat jaar was het verlies 3449 inlanders of 22.9 pCt. van de sterkte op 1 Jan. In ge noemd jaar was echter de winst 2089 inlanders en ook dezen droegen bij tot het in den loop van dat jaar geleden verlies. Wordt nu aangenomenzooals blijkbaar bij de door den heer S. v. W. aangegeven berekening (blz. 143 van het verslag der vergaderingen I. K. Y. op 29 September en 30 November 1903) geschiedt dat het verlies van de aanvulling gelijk is aan dat van de op 1 Jan. aanwezige manschappen, dan moet, om het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 126