743
jaarverlies in procenten uit te drukken, de som van beide groot
heden als basis worden genomen. In 1885 werd een verlies van
3449 inlanders geleden door 15052 2089 17141 inlanders en
was derhalve het verliesprocent 20.12.
Op welke wijze is nu het gemiddelde verliesprocent van in
landers, dat volgens de opgave van den heer S. v. W. op 14
gesteld wordt, berekend. Het hooge procent doet mij vermoeden
dat de eerste, en naar het mij voorkomt onjuiste, methode is
gevolgd.
Doch er is meer. Het is niet wel mogelijk dat de in eenig
jaar aangenomen manschappen procentsgewijze dezelfde verliezen
lijden als de op 1 Jan. van dat jaar reeds aanwezige. In de eerste
plaats vloeit de aanvulling het geheele jaar door toe, zoodat op het
einde van elk jaar de diensttijd der in dat jaar in de sterkte van
het leger opgenomenen varieert van één dag tot één jaar. In de
tweede plaats zijn er oorzaken van verlies, welke niet of in veel
mindere mate gelden voor de manschappen in hun eerste jaar dan
voor oudgedienden. Zoo was in de jaren 1883 t/m 1899 het ge
middeld verlies der inlanders (het verlies uitgedrukt in procenten
van het aantal dat op 1 Jan. aanwezig was) 13 waarvan 2.63
door overlijden, 8.23 door gageering en pasporteering en 2.14
„om andere redenen" (gedrost, gevonnisd, enz.). Het sterftecijfer
zal bij de nieuwelingen vermoedelijk kleiner zijn dan bij de oude
ren, die allen min of meer geleden hebben door het leven te
velde en het verblijf in ongezonde garnizoenen. Daarentegen is
het niet onmogelijk dat het verlies „om andere redenen" bij
eerstgenoemden een weinig grooter is, daar de desertie bij de
zeer jonge manschappen het grootst is. Nemen we echter aan dat
een en ander tegen elkaar opweegt, dan is zeker het verlies der
nieuw aangenomenen niet te gunstig gesteld. Blijft nog over de
8.23 verliezen, welke een gevolg zijn van pasporteering en
gageering. Daar afkeuring van kortelings eerst voor zes jaren
militairen dienst goedgekeurden tot de hooge uitzonderingen zal
behooren, terwijl zonder afkeuring voor hen van geen paspor
teering of gageering sprake kan zijn, zullen de nieuw aangewor
ven manschappen uit dien hoofde nagenoeg geen verlies lijden.
Stellen we, om tot een rond cijfer te komen, dit verlies op 1.23
dan is ook deze voorstelling zeker niet te gunstig. We komen