747
van het leger. Daardoor toch zal het aantal overledenen, ge
sneuvelden en afgekeurden grooter of kleiner worden dan het
gemiddelde, doch de overige verliezen niet of niet noemenswaard
worden beïnvloed. De verliescijfers van vorige jaren als lei
draad nemende, zal het vermoedelijk mogelijk blijken bij bena
dering vast te stellen met welken coëfficiënt de gemiddelde ver
liescijfers, welke daarvoor in aanmerking komen, moeten worden
vermenigvuldigd. Wordt in de rubriek „Toelichtingen" steeds
aanteekening gehouden van de gemiddelde sterkte der troepen
te velde, bv. het aantal compagnieën, dan zal een reeks bruikbare
gegevens aanwezig zijn voor een vrij zuivere schatting van dien
coëfficiënt.
(Wordt vervolgd). H. C. Kerkkamp.