755 dien doorsneden, wat op de kaart te zien is, en acht de partij commandant het gebruik van artillerie noodig, dan moet den voorhoedecommandant opgedragen wordt de noodige over- en doorgangen voor de artillerie te maken. In de 20 t/m 33 geeft het artilleriegevechtsvoorschrift „grondregels voor het gevecht." Hetgeen in deze wordt vermeld heeft in hoofdzaak op het oog een ontmoetingsgevecht, afgespeeld op een terrein, dat groote schootsafstanden toelaat. Dit is een gevolg van het ontstaan van het voorschrifteene navolging, en nog niet eens altijd eene gelukkige van het Nederlandsche voorschrift, hier en daar even den inlandschen vijand daarbij halende om er een Indisch tintje aan te geven. Waarom heeft het gevechtsvoorschrift niet het normale Indische terrein, dp,t is afwisselend open en bedekt en tevens doorsneden, als grondslag van de handelingen aangenomen? Dit verwijt is in onze oogen zoo groot, dat daarom alleen eene omwerking van het voorschrift dringend noodig is; te meer zal dit het geval zijn, wanneer wij snelvuurveldgeschut met kanon terugloop en aifuiten voorzien van schilden hebben. Kan dergelijke artillerie tegenover infanterie nog in stelling komen op afstanden van 1000 M. Wij hebben hierbij zoowel rekening te houden met de verliezen aan personeel, als met die aan paarden. Aannemende, dat de artillerie in den rand van het bedekte terrein moet optreden tegenover infanterie, die op 1000 M. eveneens in den rand van het bedekte terrein is opgesteld, dan is het zaak de bespan ningen op 200 a 300 M. van den rand achter te laten en de kanonnen met handen vooruit te brengen. Hoogstens zullen de stukken met de achterspannen tot op ongeveer 50 M. van de plaats, waar zij moeten vuren, vooruitgebracht kunnen worden. Eenmaal in stelling staande, moet de artillerie haar vuur zoo snel en zoo verrassend mogelijk openen en daarbij van andere schietre- gels gebruik maken als onze tegenwoordige, die absoluut niet meer op de hoogte van den tijd zijn. Zaak is het in dergelijke gevallen het doel in te sluiten tusschen een en een schot, met de - grens zoo snel mogelijk te vuren en daarna te strooien in de breedte ende diepte, daarbij de opzethoogten van schoten uitschakelende.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 139