767 nement zou geschieden, om daardoor ten minste te verhinde ren, dat al te ongeschikte personen voor die betrekking in aanmerking werden gebracht. Na den dood van den Panembahan werd het kader aangesteld door den assistent-resident, na den inl. korpscommandant hier over gehoord te hebben; eerst in 1883 schijnt men het noodig- gevonden te hebben daaromtrent ook het gevoelen van den kapitein-instructeur in te winnen. De assistent-resident was de hoofdpersoonwekelijks moest de kapitein-instructeur aan hem rapport uitbrengen over de voor gevallen gebeurtenissen. Straffen werden door hem aan officieren en minderen opgelegd- of wel die van den korpscommandant verbeterdzelfs werden tot een zeker tijdstip ook de onderofficieren van het leger, die voor de instructie aan het korps toegevoegd waren, door hem, zoo noodig, gestraft. Bij het prijsschieten was hij tegenwoordig; bij parades in specteerde hij de troepen. Kregelig vermeldde een der kapi tein- instructeurs op den brief, waarin de assistent-resident mededeelde dat hij den volgenden dag de parade zou inspec- teeren, en waarin die officier wel verzocht werd daarbij te genwoordig te zijn, dat het uur van de parade gesteld was op 7 uur, doch de inspecteur eerst te kwart voor achten op het terrein verscheen. Eerst in Augustus 1890 kwam aan dezen toestand een einde, toen de resident van Madoera aan de kapitein-instructeurs mede- deeling deed, dat in den vervolge die kapiteins de parade zou den commandeeren en de hoofdofficieren van de barisan zouden uitnoodigen daaraan deel te nemen. Er zou gedefileerd worden voor den kapitein-instructeurs en de rechts naast hen staande hoofdofficieren. Het tot dusverre gevolgde gebruik, den assistent-resident als inspecteur te beschouwen, verviel dus, terwijl ook van dat oogenblik af over alle aangelegenheden, de barisan betreffende, rechtstreeks met den resident zou worden onderhandeld. Bij groote mohamedaansche feestdagen rukte het geheele ba taljon, nota bene nog wel met het vaandel, uit, om den Panem bahan naar de mesdjid te begeleiden, en werden, tot opluiste-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 151