777 Gedurende den nacht worden de planken zoodanig in de wa gens geplaatst, dat de manschappen daarop in eene richting, loodrecht op die van den weg, kunnen slapen. Voor de broodzakken, die sedert kort in plaats van de ransels zijn gekomen, worden rekken van planken vervaardigd. Iedere aldus voor personenvervoer gereed gemaakte wagen kan ook in enkele minuten voor het vervoer van paarden worden ingericht door de planken, welke tot zitplaatsen dienen, in de rekken te leggen. De hier beschreven inrichting der wagens is niet voldoende voor het troepenvervoer in den winter; alsdan worden de vloer en de wanden met vilt bedekt en daarover heen planken gesla gen; glazen vensters worden in de vensteropeningen aangebracht en in het midden van den wagen wordt een kachel geplaatst. Aangezien de nuttige ruimte in den wagen daardoor zeer ver mindert, heeft men getracht hieraan te gemoet te komen, door op ongeveer 1 M. boven de eerste laag planken een tweede aan te brengen, en wel zoodanig, dat de manschappen zich in de lengterichting van den wagen op de planken kunnen uitstrekken. Door deze inrichting is het mogelijk dat ongeveer 28 man in één wagen plaats vinden. Natuurlijk zijn dan de plaatsen in de wagens zeer nauw, maai de soldaten wennen er zóó spoedig aan, dat zij slechts met weer zin naar de hieronder te noemen kazernes op de overnachtings plaatsen gaan. 2e. De verpleging. De verpleging van de troepen gedurende het vervoer geschiedt op de volgende wijze: op de lijn Moskou Irkoetsk zijn verple- gingsstations te Riaschsk, Pensa, Ssysran, Samara, Buguruslan, Oefa, Slatoust, Tscheljabinsk, Marjinsk, Krasnojarsk, Kansk, Nischni-Oedinsk, Sima, Inokentjewskaja en Baikal. Deze stations zijn zoodanig gelëgen, dat de manschappen minstens eens per dag een warm maal ontvangen. Op al die stations is een keuken en een eetzaal; op vele vindt men een bakkerij. De grootte van de ketels is zoodanig, dat men tege lijkertijd voor duizend tot twee duizend man kan koken. De eetzalen zijn meestal echter slechts berekend voor 500 man, doch dit is geen groot bezwaar, in verband met het lang-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 161