778 durig oponthoud van de treinen op die verplegingsstations. Het middagmaal bestaat uit kool- of een andere soort soep met 3/4 pond vleesch, brood en met boter of reuzel klaarge maakte boekweitengort (de Russische nationale spijs), en kost van Samara tot Baikal slechts dertien kopekenhet resteerende gedeelte van het menagegeld wordt gebruikt voor een avond maal (brood) en voor thee, welke laatste op de verschillende stations gekookt wordt en voor de voorbijtrekkende troepen ge reed staat. Iedere soldaat heeft zijn eigen metalen keteltje en een drinknap. Onafhankelijk van de verplegingsstations kunnen de troepen van het actieve leger warm eten krijgen uit de veld keukens, waarmede zij zijn uitgerust. Deze keukens zijn in de wagens zoodanig opgesteld, dat men ook gedurende den rit het eten kan klaarmaken, hetgeen voor de troepen een groot gemak oplevert, aangezien daardoor steeds op vaste tijden kan worden gegeten, terwijl men niet alleen 's middags doch ook 's avonds een warm maal kan krijgen. Brood en de verder noodige levensmiddelen worden op de ver plegingsstations verkocht of wel door de kwartiermeesters on derweg van de ingezetenen opgekocht. Het is niet goed doenlijk om de soldaten den langen afstand van Moskou tot Irkoetsk (5000 werst, 5600 K. M.) zonder enkele groote rusten te laten afleggen. Alleen reeds met het oog op het feit, dat de menschen gele genheid moeten hebben zich zelf en hunne kleeren te wasschen, is dit noodzakelijk. In verband daarmede zijn dan ook enkele zg. overnachtings stations opgericht, nl. te Pensa, Samara, Tscheljabinsk, Ob, Kras- nojarsk, en Inokentjewskaja, welk laatste station 7 werst van Irkoetsk is gelegen. Te Pensa, Samara en Tscheljabinsk heeft men geen speciale ge bouwen voor logies opgericht. Te Pensa werden de soldaten in de kazernes der plaats of bij particulieren gelogeerd. Deze laatste wijze van inkwartiering bleek echter niet goed te zijn, omdat men de ingezetenen bemoeilijkte, de troepen aan het toezicht van hunne meerderen onttrok en het voorts bleek, dat vele ziektegevallen aan deze wijze van huisvesting moesten worden toegeschreven. In verband daarmede heeft het bestuur van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 162