779 Pensa een gedeelte van de voor de jaarmarkt bestemde tenten, ■welke in de nabijheid van het station zijn gelegen, voor troepen- logies ingericht. Aangezien dit gedeelte niet al de overnachtende troepen bleek te kunnen bevatten en het bestuur geen gelden meer beschikbaar had, werd het verzoek gedaan om het nog noodige aantal tenten op kosten van het Militair Departement te mogen aanschaffen, welk verzoek onmiddellijk werd toegestaan. Te Samara worden de troepen in gehuurde gebouwen onder dak gebracht. Te Tscheljabinsk echter is nog niets voor de troepen in gereed heid, en aangezien op de plaats geen openbare gebouwen zijn, worden zij ingekwartierd bij de burgers of slapen zij in de goederenwagens. Op de stations Ob, Krasnojarsk en Inokentjewskaja zijn spe ciaal voor het troepenlogies gebouwen opgetrokken. Deze ge bouwen, gelegen nabij een voor de troepen gemaakte afzonder lijken ingang naar het stationsemplacement, zijn door ijzerdraad omgeven. Ieder gebouw heeft ruimte voor 500 man. In de slaapvertrekken zijn de geel geschilderde slaapgelegenheden tegen over elkaar geplaatst, terwijl voor iederen man een stroomatras aanwezig is. Op iedere verdieping zijn waschgelegenheden met eene wa terleiding, terwijl in elk gebouw Russische stoombaden en afzon derlijke vertrekken tot het wasschen van het ondergoed te vin den zijn. Bij de gebouwen voor troepenlogies bevindt zich een hospi taal met een afzonderlijke afdeeling voor besmettelijke zieken, bij welke afdeeling tevens een ruimte tot desinfectie is bestemd. Voor de officieren is een aparte vleugel in hotelstijl opge trokken. In iedere kamer staan een bed, een tafel, stoelen en een waschtafel. Voorts vindt men in dit gedeelte een eetzaal met buffet, zoodat de officieren hier alle maaltijden kunnen gebruiken. Voor de paarden zijn stallen gemaakt, terwijl tevens groote ketels aanwezig zijn om het drinkwater voor de dieren te kun nen verwarmen. Bij het station Inokentjewskaja heeft men ruimte gemaakt voor 4000 man en 90 paarden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 163