783 Uit dat overzicht blijkt, dat inderdaad met het afnemen van, het kaliber ook een verkleining van den spoed gepaard ging. Een uitzondering daarop lijkt Zwitserland te zijn, welks geweer een grooteren spoed bezit dan het Duitsche. Om een basis voor vergelijking te verkrijgen, werden met be hulp van de Heblersche formule voor het benoodigd aantal om- 339 QQQ l wentelingen n 775die getallen berekend en in de 8e kolom opgenomen. In die formule stelt l de projectiellengte in m.M. en Q de projectieldoorsnede in m.M.2 voor. Zoekt men nu de verhouding van de behaalde rotatiesnelheid en die welke noodig wordt geacht om het projectiel volkomen stabiel te houden, dan ontwaart men, dat Duitschland een gunstig cijfer doet zien, doch dat de andere rijken zich met belangrijk minder tevreden stelden. Uit de gevonden reeks blijkt duidelijk, dat met het ver' kleinen van het kaliber de rotatiesnelheid niet naar evenre digheid werd opgevoerd, en, uit dit oogpunt beschouwd, zoude- men die geweren als niet geheel voldoende moeten bestempelen. Anders moet het oordeel luiden, wanneer men van het grond denkbeeld uitgaat, dat de verkregen stabiliteit voldoende wordt, geacht zoodra een zekere verhouding tusschen de gewenschte en de practische rotatiesnelheid wordt bereikt, afnemende met het kaliber. Houdt men hieraan vast, en noemt men de ver houdingsgetallen voor het Spaansche en Italiaansche geweer vol doende, dan moet het verhoudingsgetal voor het Zwitsersche onvoldoende, dat voor het Amerikaansche overdreven geacht worden. Wat het Zwitsersche geweer betreft, zullen met deze opmerking wel samenhangen de klachten, in den laatsten tijd vernomen, over minder goede trefkans, welke echter toegeschre ven werd aan de eigenaardige samenstelling van den kogel (papieromhulling en pantserpunt) en de minder doelmatige gren delsluiting; dit laatste in overeenstemming met hetgeen in Oostenrijk werd ervaren. (De grendel werd eenigszins in goeden zin gewijzigd in het M. 89/96.) Bij het Amerikaansche geweer moet men in aanmerking nemen, dat de loop oorspronkelijk ge maakt werd voor een projectiel van 31 m.M. lengte, d.i. 5.16 kalibers, met een Y0 765 M. (hoogstens); dit projectief

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 167