784 zou dus verkregen hebben 458 L omwentelingen of ongeveer 355 van den Heblerschen eisch. Wanneer nu werkelijk, niette genstaande het zoo juist verkregen verhoudingsgetal gunstiger blijkt dan volgens de afdeelende reeks noodig scheen, onvol doende stabiliteit van het dunne, lange projectiel de reden was voor het verkorten van het projectiel, dan moet men ook tot de slotsom komen, dat de verhoudingsgetallen voor het Zwit- sersche, Spaansche en Italiaansche geweer onvoldoende zijn, al doet zich daarbij de begane fout niet in die mate gevoelen. In elk geval mag men, met deze getallen voor oogen, al da delijk de gevolgtrekking maken, dat de spreidingen van die geweren niet beter zullen zijn dan van het Duitsche geweer, tenzij andere invloeden in belangrijke mate gunstig daarop in werken. Voordat deze aangelegenheid behandeld wordt, dient nog ge wezen te worden op de zeer hooge eischen, die men een 5 m.M. geweer moet stellen, wat betreft spoed en aanvangssnelheid. Wil men van den Heblerschen eisch slechts 60 vervullen (zie Duitschland), dan moet bij een V0 als aangegeven de spoed op 0.05 M. gebracht worden; stelt men zich tevreden met 40 ■dan zal de spoed dienen te bedragen iets meer dan 0.075 M.; of acht men een spoed van 0.12 M. het uiterste, zoo moet de V0 bijna 1300 M. halen. Hieruit blijkt ten duidelijkste, dat men bij de samenstelling van een aan alle eischen voldoend geweer van 5 m.M. op zeer groote moeilijkheden stuit. De uitkomsten op het gebied van spreiding, tot heden bij de aangenomen oorlogswapens voor zoover die hier beschouwd werden verkregen, vindt men in onderstaand overzicht. Enorm groot doet zich het verschil voor tusschen de kleinste kalibers en de Beaumont, doch onderling loopen die spreidingen niet sterk uiteen. Opmerkelijk is het, dat de breedtespreidingen bij het Duitsche geweer doorloopend geringer uitvallen dan bij het Zwitsersche of Italiaansche, waarvoor men in bovenstaande'beschouwingen de oorzaken vindt. Dat het Zwitsersche geweer in beide rich tingen te kort schiet, wordt in dezen staat voldoende aange toond. Als toelichting op het bovenstaande worden de sprei dingen van het Turksche geweer er aan toegevoegd; dit 7.65 m.M.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 168