634
lieden, zoodat gedurende al den tijd van overvoer geen klachten
vernomen werden. Ten einde den toestand van den weg over
het meer steeds goed te kunnen nagaan werden bijzondere
ploegen arbeiders samengesteld, die den weg moesten schoon
houden en op plaatsen, waar scheuren in het ijs waren ontstaan,
dadelijk bruggen moesten slaan. Eveneens dienden zij te zorgen
voor opstelling van lantaarns, signalen en in sommige gevallen
van wachtposten.
's Nachts werd de weg over zijne geheele lengte door lantaarns
verlicht; deze waren op de verschillende tusschenstations aan
gebracht Op de eindstations van het meer (Baikal en Tanchoi)
was de verlichting electrisch en op het station Seredina brand
den petroleum-gloeilampen.
Ten einde gewaarborgd te zijn tegen de op het meer dikwijls
voorkomende stormen, waren bij alle barakken klokken gemaakt
om de reizigers de goede richting te wijzen. Verder was langs
den geheelen weg een telegraafleiding gemaakt, terwijl toestellen
zich op de eind- en tusschenstations bevonden, zoodat van al
hetgeen kon voorkomen, scheuren of persing van het ijs, dadelijk
bericht kon worden gezonden over de geheele linie.
In het geheel waren sedert de opening van den dienst over
het ijs tot den 25en Maart vervoerd:
9045 personen van Baikal naar Tanchoi,
7031 Tanchoi Baikal,
2309 wagenladingen goederen van Baikal naar Tanchoi,
318 Tanchoi Baikal.
Het troepenvervoer over het Baikal-meer geschiedde op de
volgende wijze
De echelons drie tot vier in 24 uur kwamen op het station
Baikal tusschen 12 uur 's nachts en 5 uur's morgens aan. Daar
werd hun thee verstrekt; vervolgens werd door den stations
commandant en den commandant van het echelon vastgesteld
voor hoeveel man warme kleederen noodig waren, welke daarna
verstrekt werden uit de van het Roode Kruis en van particu
lieren ontvangen voorraden.
De minderen, die tot aanvulling der korpsen dienden, hadden
bijna allen warme kleederen en vroegen daarom alleen om wat
tabak en een paar pijpen.