792
Toch ziet men algemeen de magazijnen voor hoogstens 5a6
patronen ingericht. Engeland ging bij zijn Mark II van 8 op 10
patronen.
Een krachtiger middel om grooter vuursnelheid te verkrijgen,
vormt het verminderen van het aantal laadbewegingen bij ge
vuld magazijn, thans nog twee in getal. De zelfladers, waarbij:
gedurende het schieten het geweer zich zelf laadt hetzij door
de werking van den terugstoot, hetzij door den druk der bus-
kruitgassen rechtstreeks zoolang de patroonvoorraad in het
magazijn strekt, bestaan reeds in talrijke stelsels, doch werden
nog nergens ingevoerd.
Zij kunnen tot vier grondvormen gebracht worden:
I. De loop is naar achteren verschuifbaar (gedeeltelijk ook
draaibaar) en gekoppeld aan het sluitstuk, dat echter op een.
bepaald oogenblik los laat.
II. De loop is vast, het sluitstuk gaat achteruit, hetzij rechtr
hetzij met een draaiende beweging.
III. De loop is vast; een deel der buskruitgassen werkt langs
een opening nabij de monding in een buis op een zuigerstang,
die het sluitstuk achterwaarts beweegt.
IV. De loop is naar voren verschuifbaar en wordt door den
kogel medegenomen, het sluitstuk volgt deze beweging niet.
Ook bij deze zelfladers geldt de opmerking, dat een groote
magazijnsvoorraad wenschelijk voorkomt.
Ofschoon nu al die inrichtingen voor een sneller vuur niet
direct afhankelijk zijn van het kaliber, is het duidelijk, dat, waar
kalibervermindering ook beduiden kan lichter geweer en lichtere
munitie, men voor dit doel liefst een zoo klein mogelijk kaliber
aanneemt, rekening houdende met andere eischen.
5. Lichte munitie.
Herhaaldelijk werd in den loop dezer verhandeling gewezen
op de noodzaak den man met zooveel mogelijk patronen, uitte
rusten, maar tevens werd er aan herinnerd, dat 's mans draag
kracht aan grenzen gebonden blijft en dat binnen die grenzen
nog het gewicht van tal van andere door den man mede te
voeren uitrustingstukken moet vallen.
Heeft men eenmaal vastgesteld hoeveel gewicht aan munitie
de man kan en moet dragen, dan hangt het verder van het