798
gewicht van de enkele patroon en van hare verpakking af,
hoeveel stuks de man met zich zal voeren. Het eenvoudigst zou
zijn den man zooveel patronen mede te geven als noodig wordt
geoordeeld voor een langdurig gevecht; men zou dan van alle
zorgen voor de munitieaanvulling gedurende het gevecht ont
heven zijn. Doch die hoeveelheid valt moeilijk vast te stellen,
zoodat het daarom niet aangaat daarnaar het wenschelijke kaliher
aan te geven.
Zooals uit onderstaand staatje blijkt, ging men achteruit, wat
betreft het mogelijk aantal mede te voeren patronen, bij aan
neming van het klein-kaliber achterlaadgeweer met metalen
huls, vooral toen de ballistische eigenschappen verbeterd werden.
Generaal Wille geeft, in zijn geschrift: Das „kleinste" Ge-
wehrkaliber, de uitkomsten eener berekening van het aantal
patronen, dat de man bij zich kan dragen zonder het gewicht
van 4.5 K.G. te overschrijden. Voor de kalibers 6—5.5—5—4.5—
4—3.5 en 3 m.M. krijgt hij de volgende reeks: 210 235—270—
315—390—480—575 patronen.
Afgescheiden van het feit, dat het niet wel mogelijk lijkt den
man 315 —575 patronen te laten bergenzelfs al laat men de
belangrijke gewichtsvermeerdering der daarvoor noodige tas-
schen en zakken buiten rekening—geven bovenstaande getallen
niet weer, wat de werkelijkheid vertoont. Die getallen zijn te
VUURWAPENS.
Musket.
V uursteen geweer.
Percussiegewoei'.
Juistheids-voor-
laadgeweer, kal.
13.9—15 3 m. M.
Achterlader
Dreijso, 15.43 m. M.
Achterlader
10.15—11.43 ra. M.
Toelichtingen.
Patroongewicht
in G.
-f- 37
4- 39
4- 34
32-38
40
39-43.8
1) Engeland had
Aantal patronen
141—118
een patroon van
begrepen in 4.5 K. GJ4- 122
4- 115
4- 132
112
4- 115—103
51.5 G. (met. bel.
0 312)Italië eene
Metaalbelasting.
0.217
0.245 - 0.272
van 35 G. (met.
bel. 0.239).