804
Koeropatkin den 19en berichtte, dat een detachement kozakken
de Japanners tot elf mijlen van Föng-hwang-tschön terug dreef
en daarna, dat twee divisiën te Föng-hwang-tschön waren samen
getrokken en een derde bij Habalin, halverwege laatstgenoemde
plaats en Hsiujen, stond; 22 Mei bezette deze divisie een pasi
negen mijl ten Z. van Hsiujen en seinde Koeropatkin, dat 40.000
man te Föng-hwang-tschön waren samengetrokken. Ook volgens
andere berichten zou het le leger nog steeds bij deze plaats
staan, in afwachting van versterking door het 3e leger.
Yan de naar Saimaki opgerukte afdeeling werd nog vernomen,
dat deze 200 kozakken bij Tontokoe, N. van Kwantien, verdreef,
27 Mei een tweede gevecht plaats had, waarbij de Russen de
nederlaag leden en 2 officieren en 7 kozakken verloren, terwijl
generaal Sakharoff rapporteerde, dat 31 Mei de kozakken de
Japanners in den Fönschuitin-pas (N.O. Saimaki) aanvielen en
verdreven. In de nabijheid van Saimaki hadden herhaalde
lijk ontmoetingen plaats, waarin de Japanners meest overwin
naars waren.
Wat het doel van deze versnippering van krachten mag zijn
is niet te vermoeden; veel vorderingen in de richting van
Moekden maakten de Japanners zeker niet, vandaar waarschijn
lijk, dat generaal Pflug seinde, dat de opmarsch der Japanners
zich kenmerkt door besluiteloosheid. Ook kan het voorzichtig
voorwaarts rukken der Japanners te wijten zijn aan het her
haaldelijk optreden van kozakken in den rug van het le leger.
Zoo verscheen 20 Mei een Russische afdeeling bij Takoetsjan
doch werd door de Japanners aangevallen en op de vlucht ge
dreven; volgens Japansche berichten werd een Russisch eska
dron omsingeld en leed dit zware verliezen.
Ook in N. Korea traden de kozakken weder in de nabijheid
van Söntschön op en zouden de Koreanen de Russen bij hun
optreden steunen.
Operatiën van het 2e Japansche leger.
Nagenoeg het geheele 2e leger werd na de landing op Lian-
toeng voor de insluiting van Port-Arthur bestemd en rukte naar
het Z. op, bezette achtereenvolgens Poelantien (recht W. van