636 meer 2 arkans (1.4 M.) en op den Oostelijken oever lx/2 arkan (1.05 M.) dik was, was zóó groot, dat de locomotieven onder stoom met een vollen trein met wagens zich langs de oevers op het ijs konden bewegen. Maar de bovengenoemde scheurèn en verschuivingen, die geheel onverwacht ontstonden, vernietigden alle berekeningen en te voren gemaakte plannen. De oorzaken van het ontstaan dezer scheuren en verschuivingen zijn tot op heden nog niet opgespoord en zullen hij de buiten gewone diepte van het Baikal-meer, die twee en meer wersten bedraagt, nauwelijks in de eerste toekomst kunnen worden vast gesteld. Nu is het echter buiten twijfel, dat een belangrijke invloed daarop wordt uitgeoefend door den vulkanischen onder grond. Wanneer door de vulkanische werkingen aardbevingen ontstaan, beweegt het ijs op het water en ontstaan scheuren en ijsverschuivingen onmiddellijk daarna en zonder waarneembare uitwendige oorzaken. De breedte der scheuren onder de rails bedroeg somtijds twee arkans (1.4 M.). De beweging van het ijs bij die scheuren en bij de ijsverschui- vingen was zoo sterk, dat de rails braken, de haakbouten en laschplaten met een buitengewone kracht werden losgerukt en daardoor een baanvak van eenige twaalftallen vademen (l vadem 2.1 M.) vernield werd. Gedurende de eerste dagen na het leggen der rails op het ijs kwamen door ongunstige omstandig heden de scheuren en ijsverschuivingen zeer menigvuldig voor en vernielden de reeds uitgevoerde werken op zóódanige wijze, dat men meermalen de overtuiging kreeg, dat het onmogelijk zou zijn transporten per spoor over het ijs te vervoeren. Maar dank zij de volharding, welke zoowel de technische leiders als het verdere personeel met den bouw belast ten toon spreidden, werden er langzamerhand middelen gevonden om de ongunstige gevolgen van deze verschijnselen te doen verminderen. Langs empirischen weg werden de plaatsen in de baanvakken bepaald, waar dikwijls dergelijke scheuren en ijsverschuivingen voor kwamen en op die plaatsen werden bepaalde groepen arbeiders geplaatst; daarna werden die plaatsen met kruiselings gelegde lange en aan elkander vastgemaakte latten bedekt en op dat latwerk werden dan de dwarsliggers en rails gelegd. Deze kruiselings gelegde latten zetten zich bij scheuren of

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 18