806 forten bij Talienwan, aan de Kerr- en de Deep-baai. Later stootte ook de Miijako op een mijn en zonk; zes man werden gewond, twee gedood. Nog minder gelukkig waren de Japanners de volgende dagen. Den 15en liep nl. de Hatsuse bij Laotisjan op een mijn en zonk; van de bemanning werden 300 man gered. Denzelfden dag had tijdens een zwaren mist een aanvaring plaats tusschen de Ka- suga en de Yoshino, waarbij de laatste zonk; negentig man wer den gered. Later zouden de Japanners nog de Yaschima, die in ontredderden staat was weggesleept, hebben verloren. De Russische vloot liet intusschen weinig van zich hooren, naar het heet op bevel uit Rusland, daar de haveningang weder vrij was, wat ook bleek uit het uitloopen van de Navik op den 16en, toen Japansche torpedobooten trachtten de plaats te naderen waar de Hatsuse was gezonken, doch door de Navik verdreven wer den. Den 19en Mei deden de Japanners daarop een nieuwe poging om de haven door mijnen af te sluiten, welke echter mislukte. Den 20en Mei werd de torpedojager Akatsuki door een granaat getroffen; een officier en 24 man werden gedood. Den 21en Mei beschoten 8 schepen Port-Arthur, terwijl in den nacht van 22 op 23 Mei kanonneerbooten, torpedojagers en torpedobooten de haven verkenden onder hevig vuur der forten, waarvan echter weinig schade werd ondervonden. Evenals vroeger ging deze vermeerderde actie der vloot aan een operatie te land vooraf. Den 25en Mei toch vielen de Japanners Kintsjou aantegelijker tijd bombardeerde de vloot Port-Arthur. 30 Mei werd de haven opnieuw verkend onder het vuur der forten. Leed de Japansche vloot dus gevoelige verliezen, de Russen verloren, behalve de Bobr, 5 Juni nog de Giljak. Uit het voorgaande blijkt, dat het voor de Japanners zaak is bij Port-Arthur naar een spoedige beslissing te streven; immers gaat de Japansche vloot voort verliezen te lijden, dan stijgt de kans meer en meer voor de Russen om met hét komende es kader, verbonden met de overgebleven schepen, het overwicht ter zee te verkrijgen. Port-Arthur moet geblokkeerd blijven om te voorkomen dat schepen uitloopen en de transporten aan vallen. Het eenige middel is dus den aanval van de landzijde met kracht door te zetten, waardoor, als Port-Arthur valt, niet

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 190