811
tief was voorzien, toog de 25-jarige luitenant den 14en Decem
ber naar Afrika.
Gelijk bekend, werd het doel door de Engelschen in weinig
maanden tijds bereikt en hadden zij wel is waar niet veel be
hoeven te vechten, doch waren de moeielijkheden van het ter
rein ontzettend zwaar geweest.
De luit. kolonel Camiron, Buijs'colonnechef, gaf hem te Zoolla
op 1 Juni 1868 de navolgende schriftelijke verklaring:
Lieut. Buijs of the Dutch Army joined the Regt. under my
command at Senafé and continued with us without interruption
during the whole of the Abyssinian expedition. He was present
with the Regt. at the battle of Arosé and capture of Magdala
and shared in all the hardships of the campaign."
En wat die „hardships" al zoo beteekenden, leert ons de Le
gerorder dd. 20 April 1868 uit het kamp Dalanta Plain van den
opperbevelhebber, den luitenant-generaal Napier.
„You have", zoo lezen wij daar, „traversed, often under a tro
pical sun 1) or amidst storms of rain and sleet, four hundred
miles of mountainous and rugged country.
You have crossed ranges of mountains (many steep and pre
cipitous) more than ten thousand feet in altitude, where your
supplies could not keep pace with you.
You have stormed the almost inaccessible fortress of Magdala,
defended by Theodore and a desperate remnant of his chiefs
and followers."
In Juli 1868 was Buijs in Nederland terug en diende hij tot
Juni 1873 bij zijn eigen leger, o. a. gedurende ruim 3 jaar bij
het toen te Naarden gelegerd Algemeen Depot van Discipline.
Inmiddels had hij niet stil gezeten en stelde hij o. a. in Sep
tember 1871 eene ernstige poging in het werk, om in Algiers
een veldtocht der Franschen mede te maken, welke poging, om
oorzaken buiten hem gelegen, schipbreuk leed
Twee jaren daarna, medio 1873, zoude het geluk hem die
nen, om andermaal het soldatenleven te velde, ditmaal voor
een geruimen tijd, onder eigen vaandel te genieten, want Neder-
1) Eene temperatuur des morgens om 9 ure vaak beduidend boven de 100° F. (Mil.
Speet, jaarg. 1870, blz. 297).