814 tus 1888 zeer oordeelkundig eene poging des vijands, om de nabij Lampermej gelegen spoorwegbrug te vernielen, wist te verijdelen, en hoe hij ons persoonlijk in den nacht van 1 op 2 October 1887 te hulp kwam, toen wij aan het hoofd van het 12e veldbataljon een 500 man sterken vijand nabij Kota-Ren- tang en Kota-Radja-Bedil moesten helpen bestrijden, en Buijs, des nachts bezijden zijn benting met eenige soldaten in hinderlaag liggende, bij die gelegenheid een aanrukkende reservebende van Atjehers met een 8 tal salvo's deed uiteenstuiven. Het staat ons nog klaar voor oogen, dat wij bij het uitgaan van de poort te Panteh-Peraq aldaar den overste der artillerie Biljardt zagen staan, die ons toevoegde„ik kom u nog even de hand drukken, vóór straks de poppen gaan dansen; a propos, ge moogt Buijs later wel eens bedanken, want hij is van nacht op hinderlaag gegaan en heeft een bende van 3 a 400 man, die bin nen de linie wilde komen, uiteengejaagd." Nu Buijs' hulp kwam ons wel van pas, aangezien de beide colonnes, die dien dag er op uit gingen, een 50-tal Atjehers in het zand moesten doen bijten, terwijl wij zonder Buijs' in terventie natuurlijkerwijs het dien dag nog warmer zouden heb ben gehad. Den 21en Juni 1889 kwam Buijs van zijne derde detacheering. in Nederland terug. Ingedeeld te Bergen op Zoom bij het 3e Regiment infanterie en spoedig van daar verplaatst naar het regiment Grenadiers en Jagers, wordt Buijs op den 29en December 1892 eindelijk majoor. Hij heeft dus op den dag af juist 29 jaar in de subalterne rangen doorgebracht, een wel wat lange tijd voor een bekwaam officier, die de Militaire Willemsorde en de Eeresabel draagt en in wiens stamboekextract, behalve eene verwonding voor den vijand, twaalf expeditiejaren prijken. Geplaatst bij het 6e Regiment te Breda, gaat anderhalf jaar- later, in Augustus 1894, Buijs wederom naar het reginrent Gre nadiers en Jagers en blijft hij, ook na zijne bevordering op 21 Maart 1896 tot luitenant-kolonel, bij dat korps tot den 23en Juni 1900, toen hij tot kolonel bevorderd wordt, om te Amsterdam het 7e Regiment infanterie te commandeeren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 198