VOOR DE PRACTIJK De Par af en-Waanzin. Er is een ding in ons Indisch leger, bijna zoo bespottelijk als de para depas, maar iets minder overbodig; voor velen bijna even gewichtig als de schietopleiding voor de infanterie; een ding, dat voorkomt in alles wat door militairen in dienst op papier wordt gezet en dat zegt wat van het dronkemansrapport af tot het meest geheimzinnige geheim schrij ven over 's lands defensie toe. Dat ding, dat gewichtig doende ding is de paraaf. Een goed sergeant-majoor, een goed fourier, een goed administratief mensch in het algemeen, zegt, wanneer hij zijn chef een stuk ter onder- teekening aanbiedt: „4 parafen, of wel 45 parafen" en in het laatste ge val heeft hij een lijstje van de bladzijden, waarop deze waarmerken die nen gesteld te worden. De officier, die berustend maar niet geheel gedachteloos, voor de der tigste maal in een proces-verbaal de eerste letter van zijn naam bij eene doorhaling plaatst, vraagt zich af, waartoe die letter noodig is, nu door den schrijver bij het artikel „Schroeven-Ruwe-Zoete-Kleine" ruwe verkeer delijk zonder en Zoete met een hoofdletter is geschreven, vermoedelijk omdat de man zoet een prijzenswaardige en ruw een minder goede eigen schap van schroeven vond. Het is mogelijk, dat een rechtgeaard artillerie-bureau-officier de haren te berge zullen rijzen bij het lezen van deze majesteitschennis van zijn Instructie-Inventaris. In dat geval verzoek ik hem, den voorlaatsten zin te willen doorslaan en in den linkerboven- en rechterbenedenhoek een waarmerk te plaatsen. Het was trouwens niet mijn voornemen, iemand in zijne heiligste ge voelens te kwetsen. Ik haalde slechts een voorbeeld aan, zooals er vele andere te vinden zijn in eiken tak van dienst. Ik deed dit ook met eene goede bedoeling een klein steentje bij te dragen, om het leger te helpen verlossen van alles wat overbodig, en in de eerste plaats van alles wat onzinnig is. D. G. Hoot. Ik erken, dat in enkele, bv. geldelijke, stukken soms eene waarmerking noodig zal zijn, maar dan lijkt mij eene bijschrijving in margine met onderteekening gewenscht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 201