833 geven hooger dan die, verbonden aan de betrekking welke zij waarnemen. Officieren van den plaatselijken en provincialen staf, alsmede de officieren-magazijnmeesters, worden naar anciënniteit bevorderd. De aanvulling van opengevallen plaatsen in den generalen staf geschiedt door bevordering in dien staf, of door overplaatsing, al of niet met gelijktijdige bevordering, van officieren der vier wapens die getoond hebben voor den dienst bij dien staf bij zondere geschiktheid te bezitten. Officieren van den generalen staf kunnen omgekeerd, al of niet met bevordering, overgeplaatst worden bij andere staven of bij een der wapens of diensten. Bij de intendance worden de opengevallen plaatsen, in de rangen boven dien van kapitein, aangevuld door bevordering of door over plaatsing van officieren van de vier wapens of van kwartier meesters; de overige rangen door overplaatsing. Bij de provinciale en plaatselijke staven en de magazijnmees ters heeft die aanvulling als regel plaats door overplaatsing, zon der echter bevordering geheel uit te sluiten. Voor de officieren behoorende tot het personeel van den mili tairen geneeskundigen dienst zijn afzonderlijke bepalingen vast gesteld, echter in beginsel overeenkomende met die voor de offi cieren der verschillende wapens. Om eenigermate te gemoet te komen aan één der nadeelen van het keuzestelsel, nl. dat bij toepassing daarvan verreweg het grootste deel der officieren nog langer dan vroeger bij het ancien- niteitsstelsel in de subalterne rangen vertoeven zal, zijn bepa lingen in de wet opgenomen, die veroorlooven officieren te pen- sionneeren, die nog geen 40 dienstjaren kunnen doen gelden, en wel in de volgende gevallen: le wanneer, na het door eene commissie van opper- en hoofd officieren ingesteld onderzoek, de betrokken officier blijkt onge schikt of onbekwaam te zijn voor zijne betrekking; en 2e op eigen verzoek na een zeker minimum aantal dienst jaren, met de verplichting om nog eenige jaren als reserveofficier ter beschikking van de Regeering te blijven. In beide gevallen wordt een gedeeltelijk pensioen toegekend, in het eerste geval bij een minimum van 10 en in het tweede geval van 15 dienstjaren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 219