835 en met den rang van majoor over het geheele leger, deels voort vloeit uit de groote ruimte, die aan het legerbestuur wordt ge laten door het stelsel van bevordering „ohne Patentirung" (zonder brevet van den rang), en het onafhankelijk zijn van den rang- van de dienstbetrekking die de officier bekleedt. De latere uit reiking van het brevet geeft de gelegenheid om de bevordering in een wapen, dat te veel vóór dreigt te komen bij een ander, te vertragen. De groote regelmatigheid en gelijkheid, waarmee de bevorde ring in Duitschland plaats heeft, is te meer merkwaardig, daar ze op geen enkel wettelijk voorschrift berust. Het zijn alleen de traditiën, in enkele gevallen door Kabinetsorders gesanction- neerd, die aan de carrière van den Duitschen officier het bekende regelmatig verloop geven. III. Ook in het Oostenrijksche leger vormt het ancienniteits- ■stelsel in hoofdzaak den grondslag van de bevordering der offi cieren. Echter wordt van bevordering bij keuze, vooral tot den majoorsrang, een vrij ruim gebruik gemaakt; een vaste bepaling bestaat daarvoor niet, doch het is voorgekomen, dat in één jaar 1/3 deel der openvallende plaatsen in den majoorsrang van het hoofdwapen bij keuze werd aangevuld. Om voor eene keuzebevordering in aanmerking te kunnen komen, moet de officier echter aan zeer hooge eischen voldoen. Dat niettemin somtijds zulk een groot aantal keuzebevorde ringen kon plaats hebben, moet worden toegeschreven aan de uitstekende opleiding der officieren, waaraan de uiterste zorg besteed wordt. Geen kapitein kan tot hoofdofficier bevorderd worden, zonder voor eene commissie van hoofdofficieren een examen te hebben afgelegd, loopende over de voornaamste militaire vakken, terwijl verder het gedrag onberispelijk moet zijn en het karakter van den kapitein eene uitstekende leiding van zijne ondergeschikten moet waarborgen. Een opleidingsschool voor kapiteins stelt dezen in staat de ver- eischte kennis voor den hoogeren rang op te doen. Het door- loopen van dien cursus is echter niet verplichtend om aan voor noemd examen te kunnen deelnemen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 221