840
van bekwaamheid na afgelegd examen, öf hunne opleiding geno
ten hebben aan de militaire school te St. Cyr, of ook buiten
•deze gevallen om door hunne chefs voor bevordering aanbevo
len zijn. In de conduiterapporten wordt als resultaat van de
beoordeeling gemeld: „ongeschikt voor bevordering „verdient
bevordering bij keuze" of „verdient buitengewone bevordering
bij keuze".
Officieren die niet geheel meer voldoen worden aangeschre
ven hun ontslag te nemen.
Jaarlijks worden bevorderingslijsten opgemaakt, waarin de voor
bevordering bij keuze geschikt geachten naar ouderdom vau rang
vermeld worden en waaruit, in volgorde der nummers, de open
vallende plaatsen in de verschillende rangen worden aangevuld.
De leeftijdsgrenzen zijn: voor luitenant-generaals 65, voor ge-
neraal-majoors 62, voor kolonels 60, voor luitenant-kolonels 58,
voor majoors 56 en voor kapiteins 53 jaren.
In 1902 was de promotie over 't algemeen gunstig, de oudste
luitenants werden na 13 jaar dienst als zoodanig kapitein, bij
de artillerie zelfs na 12 jaar.
VII. In België is de bevordering geregeld op overeenkomstige
wijze als in het Fransche leger. Voor bevordering is een verblijf
van een bepaald aantal jaren in eiken rang verplicht, nl. 2 jaren
als le luitenant, 4 als kapitein, 3 als majoor, 2 als luitenant
kolonel en 3 in eiken hoogeren rang.
De helft der le luitenants- en der kapiteinsplaatsen wordt
volgens anciënniteit, de andere helft bij keuze aangevuld. De
bevordering der kapiteins-commandanten en hoogere officieren
geschiedt uitsluitend bij keuze.
Omtrent de wijze van beoordeelen zijn bijzondere voorschrif
ten opgegeven. De beoordeelingen nl. moeten met den meesten
ernst en onpartijdigheid, en zoo noodig door uitvoerige omschrij
ving, zóó duidelijk gemaakt worden, dat alleen het lezen daar
van voldoende is om uit te maken, niet alleen of de betrokken
officier bevordering verdient, doch ook of hij voor eene beloo
ning of buitengewone bevordering in aanmerking gebracht moet
worden. De kapiteins dienen aan de majoors de beoordeeling
der luitenants in, de majoors aan de luitenant-kolonels die over