854
Ook de bekende Leidsche lakenfabrikant Krantz past voor het
waterdicht maken van lakens dezelfde middelen toe, doch voegt
bij de oplossing van het basisch aluminiumacetaat nog een wei
nig lijm. Zijn recept luidt:
11 K.G. loodsuiker,
11 K.G. aluin,
0.5 K.G. lym.
Aan de oplossing van het verkregen basisch aluminiumace
taat wordt zooveel water toegevoegd, dat het volume 162 liter
bedraagt.
Wat de resultaten aangaat van deze methode van waterdicht
maken, vond reeds in 1884 Bruno Muller 1) dat zoo behandelde
soldatenmantels 1320 gram water minder opnamen dan de niet
waterdicht gemaakte.
Hiller 2) bestudeerde den invloed van het waterdicht maken
volgens deze methode op den doorgang van de lucht en kwam,
evenals later Lorenz 3), tot de gevolgtrekking dat voor de droge
stof die luchtdoorgang onveranderd bleef; in natten toestand
liet, volgens Hiller, de geïmpregneerde stof driemaal zooveel
lucht door als de niet waterdicht gemaakte.
Uit beider onderzoekingen, zoomede uit de latere van Ivro-
tov 4), bleek dat op deze wijze totale waterdichtheid niet te
bereiken is.
Dooi het dragen van de kleeding, de wrijving ten gevolge daar
van, zoomede van kloppen en borstelen, laat het aluminiumoxyd
langzamerhand losook door herhaald natregenen lost zich een
deel, hoe weinig dan ook telkens, op en gaat verloren.
Na zekeren tijd heeft dan ook de waterbeschuttende werking-
van het impregnatie-middel geheel opgehouden.
Hoe lang die tijd zijn zal, hangt er geheel van afofhetklee-
dingstuk veel of weinig gedragen is, of 't meer of minder kee-
ren natregende.
1) B. Muller. Ueber die Beziehung des Wassers zur Militarbekleidung. Archiv für
Hygiene 1884.
2) Untersuchungen über die Brauchbarkeit der Poros- wasserdichtstoffe für die MUi-
tarbekleidung. Deutsche militar arztliche Zeitschrift 1888.
8) Lorenz. Ueber die Brauchbarkeit wasserdichter Stoffe zur Kleidung mit besonderer
Beriiksichtigung der Bekleidung der Soldaten.
4) A. Krotov. L'imprégnation des tissus par le procédé du Dr. Pavlovski.