857
Menjaroeng (Boven-Kapoeas) mochten vestigen. In dit verzoek
werd door den heer Hoeke toegestemd, onder voorwaarde, dat
zij zich steeds zouden onthouden van vijandelijkheden, en onder
belofte, dat zij, om zulks te bewijzen, binnen een maand zich
persoonlijk bij den heer Hoeke dan wel bij den controleur van
Tewah zouden melden.
Zijn reis vervolgende, en te Tewah aangekomen, kwam het
districtshoofd van Midden-Kapoeas, Raden Moeda, zijn opwach
ting bij den heer Hoeke maken, om te spreken over de afsluiting
der Midden-Kapoeas. Raden Moeda deelde nl. mede, dat hij bericht
had ontvangen, dat de pretendent-sultan van uit het Djaan-ge-
bied door Angis was afgehaald, omdat hij het verlangen te ken
nen had gegeven zich te Moeara-Koenji (Boven-Moeroeng) te
vestigen. Dit ging natuurlijk moeielijk samen met het verzoek
van dienzelfden Angis, om zich met vredelievende bedoelingen
te Oengkoeng-Menjaroeng te mogen vestigen.
Om in deze zaak volkomen zekerheid te krijgen, zond de heer
Hoeke eenige invloedrijke, zeer betrouwbare Dajaksche hoofden,
t. w. Raden Moeda, Demang Sylvanus (aangenomen zoon van
Raden Johannes en districtshoofd van de Boven-Kahajan) en den
djaksa van Koeala Kapoeas, naar de Soengei Mendaoen. Zij heb
ben hun reis uitgestrekt tot Toembang-Tihis, een uur stroom
opwaarts van de Mendaoen-monding aan deze rivier gelegen.
Béroek, die van uit deze plaats herhaaldelijk door Sylvanus werd
opgeroepen, kwam na lang aarzelen bij dezen zijn opwachting
maken, en deelde mede, dat hij genegen was zich te onderwer
pen, waarop hem door Sylvanus dezelfde voorwaarden werden
gesteld, kort te voren door den heer Hoeke aan zijne afgezanten
voorgehouden. Te Kasintoe, benedenstrooms van Toembang-Ti
his aan de Kapoeas-rivier, gekomen, ontmoetten zij daar een ze
keren Sahidoen, inwoner van de kampong Hoeroeng, aan de
Barito gelegen (verblijfplaats van Batoer), welke Sahidoen naar
Kasintoe was komen afzakken, uitsluitend met het doel, om zijn
bloedverwanten van de Boven-Kapoeas te waarschuwen, dat Ba-
toer, Béroek en Angis plannen hadden, om binnenkort de onlus
ten van de Boven-Barito (ook wel Moeroeng genoemd) over te
brengen naar de Boven-Kapoeas, en dat Batoer reeds daarheen
op weg was. Tevens berichtte hij, dat de pretendent-sultan een