861 ■den vijand voor zijn eigen rasgenooten, omdat hij weet, dat zij op dezelfde wijze krijg voeren als hijzelf, dat zij met groote juistheid van te voren de plaatsen kunnen aanwijzen, waar de vijand zich onzichtbaar heeft opgesteld, om de onzen op een geschikt oogenblik als een wild dier neer te schieten, evenzoo die plaatsen, waar de vijand zich zeker niet zal opstellen, waar wij, militairen, die opstelling wèl verwacht zouden hebben. Dit alles weten onze hulptroepen, kinderen van het woud als zij allen zijn evenals de vijand, bij instinct. Wij, militairen, hebben daar eenvoudig geen begrip van, en wij zullen ons in deze oerwouden nu en altijd even hulpeloos en machteloos ge voelen. En hiervan is de vijand nog meer overtuigd dan wij- zelven, vandaar zijn totaal gemis aan vrees voor de „compenie": ■of daar een patrouille van tien man of een troepenmacht van drie bataljons op hem afgezonden wordt, het laat hem totaal onverschillig, overtuigd als hij is, dat wij nooit opgewassen zul len zijn tegen zijn wijze van krijgvoeren, omdat hij door een ondervinding van ruim twee jaren weet, dat zijn ontoeganke lijke wouden hem beschermen tegen eiken inval door militairen ondernomen; de onlangs geheel mislukte militaire excursie van uit Poeroek-Tjahoe, met het doel „om samen te werken met de Kapoeas-colonne," heeft hem hiervan opnieuw het bewijs geleverd dit nieuwe échec, waarbij onze troepen onder den kranigen Frans- sen Herderschee genoodzaakt zijn geweest gedurende den nacht overhaast de vlucht te nemen naar Poeroek-Tjahoe omdat zij van alle kanten door den vijand, nog wel in het gebied van den ons bevrienden Toemenggoeng Silam, werden bestookt, en omdat de opvoer van vivres door den vijand onmogelijk werd gemaakt heeft onze tegenstanders weder stouter gemaakt dan ooit te voren. Dat onze troepen bij dien terugtocht geen verliezen hebben geleden, mag zeker wel worden toegeschreven aan het groote beleid van genoemden officier, en zijn volledige kennis van het om Poeroek- Tjahoe gelegen terrein, waarbij gevaarlijke, door den vijand inge nomen „mimpah"-plaatsen 1) zooveel mogelijk werden vermeden. Is de wetenschap van den vijand, dat hij, door rasgenooten 1) Een „mimpah-plaats" is er een, waar de vijand zich opstelt, om de naderende troe pen te beschieten; voor dezen is zij volkomen onzichtbaar, en zij is steeds zoodanig*geko zen, dat de vijand zich oogenblikkelijk n& het afgeven van zijn schot, ongezien en geheel door het terrein gedekt, kan verwijderen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 247