865 benting te bouwen, om zijn volgelingen een veilige verblijfplaats te verzekeren. Dat dit onze taak in de Boven-Doesoen aanmer kelijk zal verlichten, behoeft geen nader betoogde geheele Boven- Moeroeng is daardoor op onze hand, en voor de goede trouw van Sahidal kan worden ingestaan, omdat hij nimmer, in welk opzicht ook, aan de vijandelijke beweging heeft deelgenomen. Daar het enorme succes, dat de Kapoeas- en de Kahajaijdajaks op hunne vijanden behaald hebben, op den duur niet ongewroken zal blijven, en het onomstootelijk vaststaat, dat mettertijd de Moeroengdajaks weder in de Boven-Kapoeas op groote schaal in vallen zullen doen, hebben de eersten er groot belang bij, dat de laatsten voorgoed geheel onschadelijk gemaakt worden. Dit on schadelijk maken moet dus plaats hebben met behulp van de Dajaks uit de Boven-Kapoeas en Boven-Kahajan. Het spreekt echter vanzelf, dat daar, waar van vier, misschien meer ver- schillende kanten te gelijk moet opgetreden worden, een getal van 250 te gering is. Vierhonderd van die menschen zijn echter wèl voldoende, omdat elke afdeeling dan 80 man sterk kan zijn de Dajakker ontleent zijn vertrouwen in de eene of andere onder neming voornamelijk aan het groote aantal personen, dat er aan medewerkt. Toen ik Raden Johannes over deze aangelegenheid sprak, gaf hij zijn groote ingenomenheid met het plan te kennen, en, alsof het reeds voor de deur stond, vroeg hij mij, of hij bij terug komst te Koeala Kapoeas maar niet dadelijk beginnen zou de luidjes bij elkaar te roepen. Ik gaf hem natuurlijk te kennen, dat hij de zaak niet vooruit moest loopen, maar het feit, dat hij, het meest invloedrijke hoofd in deze afdeeling, er voor in staat zonder moeite de noodige hulptroepen binnen een korten tijd bij elkaar te krijgen, teekent. Hij is er trotsch op, dat niet alleen zijn vader en grootvader, maar ook hijzelf, in het derde geslacht, bewijzen van trouw aan 't gouvernement kan toonen; hij stelt er bovendien prijs op, dat zijn naaste bloedverwanten (kinderen heeft hij niet) zijn taak zullen overnemen en voortzetten met tertijd, en die naaste bloedverwanten (zijn neven), de djaksa van Koeala Kapoeas en Sahaboe (broeders van den gesneuvelden Syl- vanus), hebben gedurende de Kapoeas-excursie de meest duide lijke bewijzen van hun goeden wil en geschiktheid gegeven, de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 251