866 - eerste als leider bij de overvalling van Moeara Koenji, de laatste als leider van de in de voorste linie strijdende hulptroepen. Zonder geld wordt echter niets verkregen, en zoo zal deze onder neming het gouvernement ook geldelijke offers kosten, maar het zal die kosten nimmer betreuren, omdat de resultaten bijna zeker bevredigend zullen zijn. Zoowel de hoofden als de minderen zullen moeten worden be zoldigd; men moet niet vergeten, dat zij uit hunne gewone werkzaamheden worden weggehaald, en in plaats daarvan een zeer zware taak te verrichten hebben. De vermoedelijke kosten zullen bedragen: voor 't hoofd van elke afzonderlijk optredende afdeeling f 150 's maands voor elk onderhoofd f 75 en voor elk der minderen f 30 's maands. Daar echter alle weerbare mannen tot December a.s. ladang- werk te verrichten hebben, dat niet aan de vrouwen en kinderen kan worden overgelaten (omdat dit gedurende dien tijd bestaat in het omhakken van het zware hout), zal bovendien aan eiken strijder een som van f 30 ineens moeten worden uitbetaald, om gedurende genoemden tijd een vervanger te kunnen aan stellen. Na de maand December kan het verdere werk aan de vrouwen worden overgelaten. Als algemeen hoofd van de bevolkingspatrouilles moet Raden Johannes worden aangewezen, omdat alleen hij en niemand anders in staat is zulk een geweldigen invloed uit te oefenen op de andere hoofden en hunne volgelingen. Door zijn ouderdom, zijn schitterend verleden en zijn afkomst wordt hij door een ieder beschouwd als „de" machthebber bij uitnemendheid, en dat hij, trots zijn hoogen leeftijd, een helderen blik heeft op den gang van zaken, heeft hij gedurende de Kapoeas-excursie herhaaldelijk getoond bij de bespreking van te ondernemen tochten. En thans zijn wij genaderd tor de keuze van den man, aan wien de leiding van de geheele zaak moet worden opgedragen, en ook die keuze ligt voor de hand, omdat er eenvoudig niemand onder de ambtenaren in dit gewest beter voor die moeielijke taak geschikt is dan de tegenwoordige assistent-resident der Dajaklanden, de heer Hoeke. Op gevaar af dat deze ambte-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 252