867 - naar mij het noemen van zijn naam euvel zal duiden, meen ik verplicht te zijn, in 't belang der goede zaak, dit niet te mogen verzwijgen. De groote gehechtheid, èn van hoofden, in de eerste plaats van Raden Johannes, die niet te bewegen zou zijn onder een ande ren chef deze onderneming op touw te zetten, èn van de geheele bevolking, aan zijn persoon heeft ons allen, die het aanzagen, diep getroffen. Zij allen hangen hem aan als kinderen een vader zijn groote opgewektheid, en de slag om die op zijn omgeving •over te brengen, zelfs zoo, dat we dat eigenaardige volkje '.dik wijls hoorden schateren van lachenop den juisten tijd een kwink slag, die door zijn voortreffelijk Dajaksch spreken onmiddellijk pakt, zijn onuitputtelijk geduld, een eigenschap, die onmisbaar is bij den omgang met den langzamen Dajakker, en zijn gron dige kennis van land en volk, dit alles is oorzaak, dat hij een populariteit geniet en tevens een ontzag weet in te boezemen, die bewondering afdwingen. Hoofden van de Boven-Moeroeng, dus niet tot zijne afdeeling behoorende, hebben het verlangen te kennen gegeven, zich alleen bij hem te willen onderwerpen; ik heb brieven van hoofden, aan hem gericht, gelezen, waarin zij hem hulp aanboden, en waarin zij te kennen gaven, voor hem te willen sterven. Doch hulptroepen alleen zijn niet voldoendemilitaire hulp in deze kan niet gemist worden, maar de taak, aan onze militairen ■op te dragen, zal slechts zeer licht zijn. Zij zal in niets anders moeten bestaan dan in het betrekken van versterkte bivaks, voor 't grootste gedeelte door militairen van Poeroek-Tjahoe. Deze bivaks zullen alleen dienen tot steun in den rug van de naar alle zijden uitzwermende hulptroepen; de wijze waarop, en •de punten waarheen moet worden geageerd moet geheel aan hen worden overgelaten; zij weten zelf het best waar hunne vijanden zich schuil houdenzij moeten de wetenschap hebben, •dat zij uitsluitend bevelen hebben te ontvangen van hun eigen hoofden, en deze op hun beurt uitsluitend van den heer Hoeke, die dan, zooals vanzelf spreekt, samen dient te werken met den civielen gezaghebber van Poeroek-Tjahoe, en men zal ver steld staan van de eenheid, samenwerking en geweldige kracht, die door de hulptroepen zal worden ontwikkeld.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1904 | | pagina 253