868
Bovengenoemde militaire bivaks, die ruim van vivres voor de
hulptroepen moeten worden voorzien, zoodat deze nimmer behoe
ven te vreezen dat zij hieraan gebrek zullen hebben, en steeds
voor tochten van enkele dagen te gelijk levensmiddelen kun
nen medenemen, waardoor ze, slechts licht bevracht, volko
men vrij zijn in hunne bewegingen, zullen bezet moeten wor
den door een officier en 30 man. De naar alle zijden uitge-
gerukte Dajakkers gevoelen zich dan veilig in den rug en heb
ben na eiken vermoeienden tocht het voortuitzicht bij terug
komst in het bivak een gereedstaande rustplaats te vinden,
waar het eten reeds voor hen bereid is, althans door anderen,
die niet medegingen, onmiddellijk bereid kan worden. Het mili
taire gedeelte moet tevens dienen, om bij het ontdekken door
de hulptroepen van vijandelijke versterkingen, die door hen niet
kunnen worden genomen, de behulpzame hand te bieden. De
transporten (dwangarbeiders), welke de verschillende bivaks af
en toe van uit Poeroek-Tjahoe van levensmiddelen moeten voor
zien, behoeven niet te vreezen op hun transportweg door den
vijand verontrust te worden deze acht zich, bij gestadigen pa
trouillegang door de hulptroepen om en nabij die bivaks, ner
gens veilig, en zal zich nergens in den omtrek vertoonen. En
evengoed als de hulptroepen de Kapoeas-colonne gebracht hebben
tot over de grenzen der Dajaklanden, zonder dat de vijand het
waagde een schot op de colonne te lossen, evengoed zullen zij
onze militairen veilig naar de door hen te bezetten bivaks bren
gen, na van te voren het terrein eerst verkend en van vijanden
gezuiverd te hebben 1). De passieve rol, die onze soldaten in
deze zullen spelen, zal wel is waar niet met hun militaire be
grippen strooken, en menig soldatenhart zal zich tijdens dien
opmarsch in stilte ergeren dat men door niet-militairen geleid
moet worden; overal elders zou die ergernis gegrond zijn
echter in dit wespennest in geenen deelehier moet erkend wor
den, dat wij zonder die hulp steeds vleugellam zullen geslagen
worden.
1) Eerst toen de Kapoeas-colonne over de waterscheiding heen in het eigenlijk gebied
van den vijand was gekomen, werd zij vrij hevig beschoten; de hulptroepen hadden dien
dag echter veel van hun gevechtswaarde verloren, doordat zij zwaar bepakt waren met
vivres voor den troep, en daardoor niet vrij waren in hunne bewegingen, van welke om
standigheid de vijand aanstonds gebruik maakte.